Puritein Richard Baxter snijdt diep in het domineesvlees
Met bijna chirurgische precisie legt Richard Baxter in zijn boek ”Reformatie van het pastoraat” allerlei zonden in het hart van predikanten bloot. Diep snijdt hij in het domineesvlees. Tegelijk wijst hij genadevol heen naar Hem Die arts en medicijn tegelijk is, Christus Jezus.
Richard Baxter, Britse puritein uit de zeventiende eeuw, heeft zijn boek in 1656 geschreven voor predikanten. In zijn woord vooraf verdedigt hij het scherpe en ontdekkende karakter ervan. Met nadruk stelt hij dat hij de misstanden onder pastores open en eerlijk wil benoemen. Daarbij staat hem slechts één doel voor ogen: dat dominees hun schuld belijden, genade ontvangen en juist zo, door de kracht van die genade, hun ambtelijk werk tot welzijn van hun gemeenten mogen doen.
Het indringende boek van Baxter verscheen in Nederland voor het eerst in 1857. Van die uitgave is onlangs een hertaling verschenen, voorzien van een voorwoord van de hand van prof. dr. A. Baars over Baxters leven en werk. Van Baxter is bekend dat hij als leraar op belangrijke aspecten van de christelijke leer een afwijkend standpunt innam, maar tegelijk als herder uiterst pastoraal met zielen omging. „Ik preekte”, schrijft hijzelf, „als een stervende tot stervenden.”
Uitgangspunt van Baxters boek is de oproep van Paulus in Handelingen 20:28 aan de ouderlingen van Éfeze om acht te hebben op zichzelf en op de gemeente. Zij die zelf geen deel hebben aan het heil in Christus, kunnen wat Baxter betreft onmogelijk het Woord verkondigen. „Staat u aan de deur van het rijk van de genade, en gaat u, terwijl u anderen nodigt in te gaan, zelf niet naar binnen?”
Bewogen
Met het oog op de gemeente is zowel ernst als zachtmoedigheid nodig, schrijft Baxter. „Wij kunnen onmogelijk te zachtmoedig zijn als wij anderen nodigen en bidden: Laat u met God verzoenen. En wij kunnen niet te krachtig en te ernstig zijn, als wij zondaren toeroepen: Bekeert u, de bijl is reeds aan de wortel van de boom gelegd.”
Op bewogen wijze geeft Baxter weer waarom predikanten herderlijke zorg moeten hebben voor Gods kinderen. Christus, Die Zijn bloed voor hen heeft gegeven, zou aan Zijn dienaren kunnen vragen: „Ben Ik voor deze zielen gestorven, en wilt u niet eens over hen waken? Ik heb Mijn bloed voor hen niet te dierbaar geacht, en hebt u geen moeite en arbeid voor hen over? Ik ben van de hemel gekomen op aarde, om te zoeken en zalig te maken wat verloren was, en u wilt zelfs niet in de naastbij gelegen straat gaan om hen op te zoeken?”
Baxter eindigt zijn boek met dat wat kenmerkend is voor de puriteinse prediking: een uitvoerige toepassing. Hij wekt zijn collega’s op tot verootmoediging. Openhartig laat hij weten zichzelf bij die opwekking in te sluiten. „Ik verwacht dat u uzelf zult aanklagen en verootmoedigen. Wat mij aangaat: ik ben er zover vandaan anderen te beschuldigen en mijzelf te rechtvaardigen, dat ik, zonder enige geveinsdheid, mijn eigen naam op de aanklacht bovenaan zet.”
Hoogmoed
De zonde die Baxter uitvoerig aan de orde stelt, is die van de hoogmoed. Hoogmoed leidt ertoe dat predikanten niet met brandende harten uit zijn op de eer van God en het behoud van zielen, maar op bijval en goedkeuring van het kerkvolk.
Hoogmoed is er volgens Baxter ook de oorzaak van dat predikanten elkaar bekritiseren en, niet zelden op slinkse wijze, in een kwaad daglicht stellen. „O, dat toch de Heere ons terneer wierp aan Zijn voeten en ons tranen van ongeveinsd berouw over deze vreselijke zonde deed storten.”
Ernstig en indringend, dit boek van Baxter. Wie het als predikant of als ouderling leest, bewijst zichzelf een goede dienst. En daarmee ook de gemeente die aan zijn zorg is toevertrouwd.
Boekgegevens
De reformatie van het pastoraat, Richard Baxter; uitg. Brevier; 249 blz.; € 24,99