Duitse en Franse economieën veerden flink op in derde kwartaal
De economieën van Duitsland en Frankrijk zijn in het derde kwartaal flink aangetrokken, na de grote klap van de coronalockdown in het tweede kwartaal. Het herstel was zelfs sterker dan economen in doorsnee hadden voorzien. Toch blijven veel kenners pessimistisch aangezien nieuwe lockdownmaatregelen inmiddels weer voor nieuwe economische problemen zorgen.
De oosterburen zagen hun economie in de zomermaanden met ruim 8 procent groeien, komt naar voren uit voorlopige cijfers van het Duitse statistiekbureau. Een periode eerder zakte de grootste economie van Europa onder druk van de eerste lockdown nog bijna 10 procent in. In Frankrijk waren de verschillen nog groter. Vergeleken met het tweede kwartaal veerde de economie daar in de maanden juli, augustus en september zelfs met dik 18 procent op, na een min van bijna 14 procent in het tweede kwartaal.
Het herstel in beide landen was afgelopen kwartaal niet zo sterk dat de economie ook al boven zijn niveau van een jaar eerder uitsteeg. Het bruto binnenlands product (bbp) was in zowel Duitsland als Frankrijk nog altijd ruim 4 procent kleiner dan een jaar eerder.
In Italië en Spanje is sprake van een vergelijkbaar beeld. Ook hier trok de economie veel sterker aan dan verwacht, met plussen tot bijna 17 procent op kwartaalbasis. Vergeleken met een jaar eerder gingen de economieën van de zuidelijke landen evenwel nog tot 9 procent achteruit. Later op de dag komen er ook nog nieuwe cijfers naar buiten over de economie van de eurozone als geheel.