Geneefse Verklaring: Abortus geen internationaal recht
Er is geen internationaal recht op abortus en staten hebben geen verplichting om zwangerschapsafbreking te financieren of te faciliteren.
Dat staat in de Geneefse Consensus Verklaring die donderdag virtueel door ministers en andere hoge vertegenwoordigers van 32 landen werd ondertekend. De staten, die gezamenlijk ruim 1,6 miljard inwoners tellen, slaan de handen ineen om de gezondheid van vrouwen te verbeteren en de positie van het gezin te versterken.
Daarvoor hebben de opstellers vier „pijlers” geformuleerd: betere gezondheid voor vrouwen, bescherming van het menselijk leven, versterking van het gezin als hoeksteen van de samenleving en het beschermen van de nationale soevereine van elk land in de internationale politiek.
Het document bevat vooral een aantal bevestigingen en benadrukkingen van bestaande rechten, uitgangspunten en doelstellingen. Zo „herbevestigt” de verklaring onder andere dat „mensenrechten van vrouwen onvervreemdbaar zijn” en dat het gezin „de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de samenleving is, die recht op bescherming van de maatschappij en de staat heeft.”
Abortus mag volgens de opstellers „nooit als methode van gezinsplanning worden gepromoot.” De verklaring stelt verder dat het uitvaardigen van regels rond zwangerschapsafbreking alleen volgens het nationale wetgevingsproces mag gebeuren.
Zes landen –Brazilië, Egypte, Hongarije, Indonesië, Uganda en de Verenigde Staten– waren de sponsors van het initiatief. De ondertekening had eigenlijk plaats moeten hebben in de marge van de bijeenkomst van de Wereldgezondheidsraad in Genève, maar die laatste werd wegens corona uitgesteld. De ondertekening gebeurde nu virtueel met een ceremonie in Washington, die werd opgeluisterd door de Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Mike Pompeo en Alex Azar.
In het rijtje van landen dat de verklaring heeft ondertekend staat ook een aantal staten, waaronder Saudi-Arabië, Pakistan en Wit-Rusland, dat het niet zo nauw met mensenrechten in het algemeen en vrouwenrechten in het bijzonder neemt. Opmerkelijk is ook dat Polen en Hongarije zich achter het initiatief hebben geschaard. Beide landen liggen in de EU onder vuur wegens vermeende aantasting van de rechtsstaat.