FNV is na jaren procederen blij met de uitspraak. „Er zijn grenzen en die geeft de rechter nu ook aan”, zegt vakbondsbestuurder Albert Kuiper.

FNV vroeg vijf jaar geleden aan de Inspectie SZW van het ministerie van Sociale Zaken om de praktijken van de scheepswerf te onderzoeken. Volgens de inspectie gebruikte Veka een postbus-bv, die via een reeks uitzendbureaus Roemenen voor weinig geld liet werken als lassers, plaatwerkers en voormannen. Overuren werden niet uitbetaald en een groot deel van hun loon bestond uit een nettovergoeding waarover geen belasting werd afgedragen.

De rechter oordeelt nu dat deze constructie de Nederlandse arbeidsvoorwaarden omzeilde. Veka hoeft van de rechter geen nabetaling te doen aan de Roemeense uitzendkrachten. Wel moet het bedrijf een schadevergoeding van 50.000 euro aan de vakbond betalen. Die is nodig om de schade van deze procedure te dekken.

FNV’er Kuiper vindt dat de uitzendkrachten Veka nu „persoonlijk voor de rechter moeten dagen om hun loon te krijgen”. Voor die rechtszaak wordt ook een deel van de schadevergoeding aangewend. Volgens de FNV gaat het om „miljoenen aan achterstallig loon”. De bond pleit verder voor aanpassing van de wet, zodat vakbonden loon kunnen vorderen voor groepen werknemers. Dat kon in dit geval niet omdat de uitzendkrachten niet direct aan Veka verbonden waren.