Srebrenica–verdachte Beara komt voor de rechter
De Bosnisch–Servische kolonel Ljubisa Beara zal dinsdag voor het eerst worden voorgeleid aan een rechter van het in Den Haag gevestigde Joegoslavië–Tribunaal. Hij zou een sleutelrol hebben gespeeld in de massamoord na de val van Srebrenica, de grootste slachtpartij in Europa van na de Tweede Wereldoorlog.
Beara zal door de rechter gevraagd worden of hij zichzelf schuldig danwel onschuldig acht aan de hem ten laste gelegde feiten. Daaronder is in ieder geval een punt van genocide, de zwaarst mogelijke aanklacht. De aanklagers van het VN–hof hebben hem verder misdaden tegen de menselijkheid ten laste gelegd wegens uitroeiing, moord, vervolging en onmenselijke daden. Voorts zou hij zich wegens moord schuldig hebben gemaakt aan een oorlogsmisdaad.
Indien schuldig bevonden, wacht hem vermoedelijk een lange straf. Generaal Krstic heeft voor zijn aandeel in de massaslachting in hoger beroep 35 jaar cel opgelegd gekregen. In eerste aanleg veroordeelde het VN–hof hem zelfs tot 46 jaar. De Bosnische Serviër Momir Nikolic kreeg ondanks een schuldbekentenis en medewerking met de aanklagers van het tribunaal in eerste aanleg 27 jaar opgelegd voor zijn aandeel in de volkerenmoord van juli 1995 in en om Srebrenica.
