Zeven jaar geëist voor hoofdverdachte aanslagen
De drie mannen die door justitie verantwoordelijk worden gehouden voor een reeks aanslagen in Rozenburg, hoorden maandag voor de rechtbank in Rotterdam celstraffen van zeven jaar, drie jaar en vier maanden tegen zich eisen. Officier van justitie C. van den Wildenberg stelde dat er geen sprake was van kwajongensstreken. „Terrorisme is een woord dat beter op de plaats is."
De 30–jarige B. de K. uit Rozenburg wordt door justitie gezien als hoofdverdachte van de reeks ontploffingen die Rozenburg de afgelopen drie jaar opschrikte. De zwaarste tenlastelegging voor hem was het met een nitraatbom opblazen van een ruit van de ambtswoning van burgemeester R. de Sutte–Besters. Ook het beschieten van het politiebureau terwijl daar mensen aanwezig waren, geldt volgens justitie als poging tot doodslag. De K. wilde met zijn acties ’de politie uitdagen’.
Op een vorige zitting verklaarde hij vanwege de kick dingen op te blazen. Ook vond hij dat de poging tot doodslag die de officier hem verwijt ’zwaar overdreven’ is. „Het is een uit de hand gelopen kwajongensstreek; een rotje op een raam." Een eerder door De K. bekende brandstichting, ontkende hij tijdens de rechtszitting. Begin augustus 2001 gingen 42 pvc–buizen van zestien meter lang in vlammen op. De officier houdt hem verantwoordelijk, zijn advocaat bepleitte vrijspraak.
De K. bekende ook het opblazen van ruiten van een school en het gemeentehuis. Verkeersborden en een lantaarnpaal moesten het ook ontgelden. Het bezit van tien wapens, tien nepwapens en een handgranaat werd de verdachte ook ten laste gelegd.
Veel van de misdaden beging De K. samen met zijn 35–jarige vriend A.S., die drie jaar tegen zich hoorde eisen. Volgens onderzoek van een psycholoog en psychiater is hij verminderd toerekeningsvatbaar. Voor al de vernielingen werd schadevergoeding gevraagd. De burgemeester van Rozenburg eiste 3705 euro vanwege schade aan de woning en gehoorverlies. Een politieman die op het politiebureau aanwezig was toen De K. zijn schot hagel afvuurde, vroeg om 500 euro smartengeld. Verder wil het politiekorps ruim 10.000 euro vergoeding voor schade aan het pand in Rozenburg.
Eerder op de dag moest de broer van De K. voorkomen. Hij hielp de hoofdverdachte door hem een signaalpijl mee te geven, waarmee hij de ruit van het politiebureau opblies. De officier eiste voor hem een straf gelijk aan zijn voorarrest.
Uitspraak 25 oktober.