Verpleeghuis Salem ziet tweede coronagolf met zorg tegemoet
Geen bezoek, weinig beschermingsmiddelen, meerdere bewoners die overlijden. De eerste coronagolf raakte verpleeghuizen hard. In hoeverre zijn ze voorbereid op een nieuwe uitbraak? „We zijn er klaar voor. Maar er is wel spanning.”
De pen waarmee bezoekers van het Ridderkerkse verpleeghuis Salem een aanwezigheidsformulier moeten invullen, gaat direct na de registratie in een apart bakje. Een doosje met mondkapjes helpt mensen uit de brand die geen exemplaar bij zich hebben. Een poster bij de ingang van het reformatorische woon-zorgcentrum attendeert gasten en personeelsleden op het zesstappenplan handdesinfectie.
Het is een greep uit de maatregelen die Salem genomen heeft om het coronavirus te beletten zich voor de tweede keer binnen de muren te nestelen. Maar een uitbraak geheel voorkomen gaat niet, weet bestuurder Hendrik-Jan Colijn uit eigen ervaring. De eerste coronagolf trof Salem namelijk hard. Via de afdelingen de Korenaar en de Regenboog sprong het virus over naar de Wijnrank. Daar was de impact het grootst. Zeker twintig van de dertig bewoners werden ziek. Drie ouderen overleden.
Onder de cliënten heerst daardoor wel angst voor een tweede golf, zegt Saskia van der Lede, waarnemend afdelingscoördinator van de Wijnrank. Ze merkt dat de uitbraak in het verpleeghuis psychisch gezien een hele belasting voor hen is geweest. „Ze weten wat het inhoudt geen bezoek te ontvangen, besmet te zijn of mensen om zich heen ziek te zien worden.” Het personeel probeert daarom extra tijd en aandacht voor hen vrij te maken en ook de geestelijk verzorger voert gesprekken met de bewoners die dat willen.
Bouwput
Meneer Kik (95) woont sinds een maand op de Wijnrank. Zijn vrouw nam er zo’n 2,5 jaar geleden haar intrek. De eerste golf had behoorlijk impact op het leven van Kik. Vooral de bezoekersstop was moeilijk. „Het verpleeghuis wordt verbouwd, dus er ligt overal zand en bouwmateriaal. Dan sta je daar in de regen, op wat bouwplaten die tussen de hopen klei zijn neergelegd, naar je vrouw te wuiven. En je kunt elkaar niet eens goed verstaan. Dat kan toch niet.”
Zulke taferelen zullen zich bij een tweede uitbraak hopelijk niet meer voordoen, zegt bestuurder Colijn. Salem zal een bezoekersstop namelijk zo lang mogelijk proberen uit te stellen. Op dit moment zijn conform de landelijke richtlijnen twee gasten per persoon per dag welkom. Als een bewoner corona krijgt, isoleert het verpleeghuis op zo klein mogelijke schaal. Is er bijvoorbeeld op een huiskamer een besmetting, dan gaan alleen die bewoners in quarantaine. Ook zijn de afdelingen tijdelijk gesplitst. „Dat maatwerk is een groot verschil met de situatie tijdens de eerste golf.”
Brandweer
Het aantal coronabesmettingen in verpleeghuizen is ten opzichte van een maand eerder verdubbeld, schreef minister De Jonge afgelopen week in een brief aan de Kamer. Van de 2348 woon-zorgcentra die Nederland telt, kampten er op dat moment 308 met besmettingen onder de cliënten.
Gezien de stijgende cijfers is het voor Colijn niet zozeer de vraag óf, maar wanneer Covid-19 weer zijn intrek zal nemen op een van de zes afdelingen. Het is voor hem in dat opzicht elke dag weer spannend. „Zal er vandaag een positieve test bijzitten?”
Het verpleeghuis waar ruim 170 bewoners dagelijks zorg ontvangen, is –anders dan in maart en april– wel voorbereid, zegt hij. Van der Lede van de Wijnrank beaamt dat. Het personeel is volgens haar nu beter op de hoogte van het ziekteverloop. Daarnaast drukte het feit dat er tijdens de eerste golf schaarste was aan beschermende middelen zwaar op de medewerkers, legt ze uit. „Om maar zo weinig mogelijk materiaal te gebruiken, hadden we bijvoorbeeld een speciaal wasprotocol ontwikkeld.”
Dat hoeft tijdens de tweede golf niet meer, weet Wout Meerkerk, verantwoordelijk voor het magazijn, de inkoop en de logistiek. De moeite die het kostte om aan materiaal te komen, staat hem nog helder voor de geest. Vooral de schorten waren lastig te krijgen. „Het was heel mooi dat we veel hulp kregen”, zegt hij. „Zo kwam de brandweer zelfs met jassen aanzetten.”
Hoewel het makkelijker is om aan beschermingsmateriaal te komen, zijn de prijzen daarvan fiks gestegen, zegt Meerkerk. Ter illustratie: kostte het blauw-witte werpwerpmondkapje eerst 4 cent, tegenwoordig moet het verpleeghuis er 38 cent voor neertellen. Salem heeft nu een voorraad voor vier tot zes weken, zegt Meerkerk. „Dat wordt ook geadviseerd. Hoewel ik er bovenop moet zitten, lukt het wel.”
Verzuim
Tijdens de eerste golf werd het gros van de bewoners en medewerkers niet getest. Dat is nu anders. Voor cliënten en personeelsleden heeft het verpleeghuis in samenwerking met het Maasstad Ziekenhuis een eigen testvoorziening. De uitslag is dan binnen 24 uur binnen. Bij een positieve test is er contact met de GGD en een externe medewerker infectiepreventie.
De uitval die door het testen onder het personeel ontstaat, is niet zo eenvoudig op te lossen, zegt Colijn. „We moeten echt extra tijd investeren in de planning.” Er zijn nog geen onoplosbare situaties ontstaan, maar het hoge kortdurende verzuim is voor Colijn wel een punt van zorg. „In het uiterste geval zouden we terug kunnen naar enkel basiszorg.” Hij heeft erover nagedacht een wervingscampagne op te zetten – net als tijdens de eerste golf. „Maar ik vraag me af of zoiets nog wat oplevert.”
Ook is het voor Salem een optie om bij grote uitval onder het personeel een beroep te doen op mantelzorgers. „Maar dan haal je mensen van buitenaf binnen. Dat wil je eigenlijk voorkomen.” Het verpleeghuis kijkt daarnaast of het mogelijk is extra stagiaires in te zetten en doet zo nodig een beroep op collega’s uit de oproeppool.
Rek
De motivatie onder het personeel om er met z’n allen voor te gaan is onverminderd hoog, zegt Carolien Dorst, medewerker interne en facilitaire zaken. „Daarnaast is het natuurlijk wel zo dat mensen vaker voor elkaar moeten invallen. En dat er bijvoorbeeld mondkapjes gedragen moeten worden tijdens het werk, valt ook niet altijd mee.”
Ook Meerkerk merkt dat de bereidheid om er weer de schouders onder te zetten groot is. „Maar hoelang houden we dit vol? Op den duur moet de rek er toch een keer uitgaan?” Dat is ook wat Van der Lede vreest. „In maart hoefde je maar te vragen of er iemand kon werken en je had gelijk reactie. Je zit dan in een bepaalde flow. Dat wordt nu wat minder, hoewel iedereen zeker bereid is een paar stappen harder te lopen. Maar er is al het nodige gebeurd.”
Pedicure
Het verpleeghuis heeft geleerd van de situatie tijdens de eerste golf. Dat Salem nooit meer helemaal dicht moet, staat met stip op nummer één. Maar ook binnen de organisatie is het een en ander aangepast. Zo is het crisisteam, dat voorheen enkel uit staf bestond, uitgebreid met iemand uit de zorg. „Een verpleegkundige kan vertellen of een maatregel haalbaar is”, zegt Colijn. „Je kunt bijvoorbeeld wel een bezoekregeling bedenken, maar niet alles wat je bedenkt, is ook praktisch uitvoerbaar.”
Daarnaast heeft het verzorgingshuis een lijst opgesteld met maatregelen die bij oplopende besmettingen direct kunnen worden doorgevoerd. „We hebben nu bijvoorbeeld al gezegd: een pedicure die van afdeling A naar B gaat, dat kan niet meer. Hetzelfde geldt voor de kapper.”
Het crisisteam heeft overwogen te gaan werken met speciale afdelingen voor besmette bewoners. „Je zou een eetzaal kunnen inrichten als ziekenzaal”, zegt Colijn. Dat bleek echter geen optie. „Je zit er dan mee dat je overal stromend water en sanitair moet hebben. Ook wil je in verband met besmettingsgevaar covidpatiënten zo min mogelijk verplaatsen.”
Nuchter
In theorie kan Salem de tweede golf aan, zegt Colijn. „We zijn voorbereid, hebben voldoende materialen en weten wat we kunnen verwachten. Het personeel doet alles echt uitstekend.” Het zal echter misschien best eens lastig worden om alle zorg te blijven bieden die je wilt bieden, zegt hij. „Maar bij alles wat we regelen en plannen, weten we dat we afhankelijk zijn van God. Dat geeft dat we naar boven mogen zien. Zijn trouw is groot. Ook in de moeilijke periode dat hier corona was, klonken de psalmen op de afdeling. Dat bemoedigt.”
Meneer Kik, die recent een coronatest onderging, blijft redelijk nuchter. „Ik heb in mijn leven meer meegemaakt, bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog. Maar ik zie wel veel onverschilligheid in de samenleving, ook ten opzichte van de coronamaatregelen. Het leven is maar een zucht, een ogenblik. Ik hoop dat mensen hun verantwoordelijkheid nemen. En dat het gebed niet zal ontbreken.”
„Druk op personeel neemt toe”
Als een vloedgolf rolde de eerste coronagolf over verpleeghuizen heen, zegt Teunis Stoop, bestuurder van zorgorganisatie Cedrah, waaronder onder andere zeven verpleeghuizen in Zeeland en Zuid-Holland vallen. „Alles was nieuw en de aandacht ging vooral uit naar ziekenhuizen. Terwijl ook de woonzorgcentra voor ouderen voor een grote opgave stonden.”
Tijdens de eerste uitbraak kampten twee van zijn woonzorglocaties met besmettingen. Op dit moment is op een beperkt aantal locaties corona vastgesteld.
Je bent door zo’n eerste crisisperiode beter voorbereid op wat komen gaat, vindt de bestuurder. Er is ervaring opgebouwd met het reguleren van bezoek. Daarnaast is het probleem met het tekort aan beschermingsmiddelen inmiddels van de baan. Cedrah heeft ruim voldoende voorraad. „Dat is een hele zorg minder.”
De belangrijkste vraag voor Stoop is hoe Cedrah de zorg kan blijven bieden die de bewoners nodig hebben. „Tot nu toe is de continuïteit daarvan niet in het gedrang gekomen. Maar ik kijk wel met enige bezorgdheid naar de komende winterperiode als meer medewerkers zich moeten laten testen.”
De organisatie is op haar locaties gaan werken met compartimentering: een vaste groep medewerkers zorgt voor een vaste groep bewoners. „Je kunt daardoor niet zomaar iedereen overal inzetten. Het is dan ook best een uitdaging om voor collega’s die afwezig zijn door ziekte of als gevolg van quarantaine vervanging te vinden.”
Hoewel Stoop onder de medewerkers een groot gevoel van verantwoordelijkheid en loyaliteit merkt, ziet hij wel dat de situatie veel vraagt van het uithoudingsvermogen van het personeel. „Ze hebben een zware periode achter de rug én er wordt vaker dan normaal een beroep op hen gedaan. Daarom is het heel fijn om te merken dat collega’s zich volledig inzetten en voor elkaar inspringen, zelfs bij andere locaties. Daarnaast merken we dat mantelzorgers meedenken en meedoen.”
Als het gaat om de bezoekersregeling pleit Stoop blijvend voor maatwerk. „Helemaal dicht willen we niet. Dat is te ingrijpend. Laat organisaties zelf bekijken hoe er per afdeling verstandig met bezoek kan worden omgegaan.”
„Maatwerk bieden is belangrijk”
De eerste coronagolf raakte verpleeghuis Maranatha van zorggroep Sirjon hard. Meerdere bewoners van het Rijssense woon-zorgcentrum overleden. Op dit moment zijn er nog geen besmettingen op een van de Sirjonlocaties voor ouderenzorg geconstateerd, zegt bestuurder Ad Plomp. „Maar dat kan gezien de landelijke trend snel anders worden.”
Sirjon is klaar voor een tweede golf, maar de dreiging ervan geeft wel spanning onder het personeel, merkt de bestuurder. „Dat is een optelsom van het extra en intensieve werk wat op hen afkomt bij de zorgverlening aan cliënten met het virus, de impact van het dragen van beschermende kleding en de zorg of ze zelf het virus niet in het verpleeghuis brengen of juist mee naar huis nemen.”
Er ligt een draaiboek klaar waarin alle maatregelen –afgestemd op de plaatselijke situatie– staan, zegt Plomp. „We doen er alles aan om besmetting buiten de deuren van onze locaties te houden. Tegelijkertijd weten we dat we dat niet in eigen hand hebben. De Heere regeert. Dat geeft dat we naar boven mogen zien.”
De voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen is in ieder geval op orde. „We zijn steeds blijven bijbestellen en hebben nu ruim voldoende.” En ook het testbeleid staat. Bewoners worden bij klachten direct getest door de verpleeghuisarts of via de huisarts. De bestuurder merkt dat de medewerkers er vanuit grote betrokkenheid samen voor gaan. Aan de andere kant zie hij ook dat er een extra dynamiek is bij het plannen van het personeel. „Medewerkers die zich moeten laten testen, kunnen niet komen werken. Dat moet door anderen worden opvangen. Dat is een grote zorg.”
De belangrijkste les die het verpleeghuis heeft geleerd is om meer maatwerk te leveren. „Dat verpleeghuizen helemaal dichtgingen en familie niet op bezoek kon komen, bracht achter de voordeuren veel leed teweeg. Dat willen we niet meer. Als er zich een besmetting voordoet, isoleren we in zo klein mogelijk verband.”