ABN: Stikstofcrisis zorgt voor regionale terugslag nieuwbouw
De Nederlandse stikstofproblematiek heeft in gebieden met veel kwetsbare natuurgebieden duidelijk zijn weerslag op de regionale woningmarkt. Vergunningen voor bouwprojecten in de buurt van die gebieden worden maar moeizaam afgegeven. Daardoor loopt de bouw van woningen in het gros van de gemeenten bij die natuurgebieden veel harder terug dan het landelijk gemiddelde, berekenden economen van ABN AMRO met de Rijksuniversiteit Groningen.
De stikstofcrisis draait om zogeheten Natura 2000-gebieden. Voor een natuurvergunning moet voor alle nieuwe bouwprojecten die stikstof uitstoten worden aangetoond dat ze geen impact hebben op 118 Natura 2000-gebieden in Nederland. Vorig jaar oordeelde de Raad van State dat het oude systeem voor deze vergunningen, waarbij werd gerekend op stikstofbeperkende maatregelen in de toekomst, ongeldig was.
Veel bouwprojecten kwamen daardoor stil te liggen. Daarbij waren vooral gebieden in een straal van 5 kilometer van Natura 2000-gebieden hard getroffen. Hier lag de bouw van nieuwe woningen begin dit jaar 7,2 procent lager dan een jaar eerder. Dat terwijl in Nederland als geheel sprake was van een afname van gemiddeld 4,1 procent van het aantal woningen aan aanbouw.
Van alle provincies kende Overijssel de sterkste neergang. Hier waren 22,5 procent minder woningen in aanbouw. Overijssel is ook de provincie met de meeste kwetsbare natuurgebieden. In Gelderland hadden vooral de gemeenten die aan de Veluwe grenzen te maken met een flinke terugval in de bouw van nieuwe woningen. Dat natuurgebied heeft veel last van overmatige stikstofdepositie, wat bijvoorbeeld zorgt voor kalktekort in vogelbotjes.
Volgens ABN AMRO-econoom Madeline Buijs zijn er ook gemeenten bij Natura 2000-gebieden waar de woningbouw niet terugliep. Dat zou vooral te danken zijn aan strengere eisen die gemeenten aan die bouwprojecten stelden voor natuurbehoud, waardoor er wel een vergunning kon worden afgegeven.