Testlocatie Schiphol leverde minder op dan andere teststraten
In de teststraat op Schiphol zijn veel minder met het coronavirus besmette mensen gevonden dan in andere teststraten in het land. Dat blijkt uit een onderzoek van het RIVM naar de proef met de teststraat op de luchthaven die er tussen 12 augustus en 12 september was.
„Met een vindpercentage dat bijna de helft lager ligt dan in de overige teststraten in Nederland kan wel geconcludeerd worden dat het testen van reizigers (waarvan een onbekend deel asymptomatisch was) op Schiphol minder efficiënt is in het opsporen van positieve personen dan het testen van mensen met klachten”, valt in het onderzoek te lezen.
In totaal zijn in die vijf weken 19.119 mensen getest. Van hen bleken er 326 positief te testen, oftewel 1,7 procent. In de andere teststraten testte in diezelfde periode 3 procent positief op het virus. Daar werden wel veel meer mensen getest, namelijk bijna 750.000. De meeste besmettingen op Schiphol werden gevonden in de leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar.
Reizigers zonder klachten die kwamen uit een land met een oranje of rood reisadvies konden zich laten testen op Schiphol. „Het gereisd hebben naar een risicogebied vertaalt zich niet in een hoger vindpercentage dan het testen bij klachten”, aldus het RIVM. De testlocatie was tussen 06.00 en 18.00 uur open.
Meerdere partijen in de Tweede Kamer hebben eerder aangegeven dat de teststraat zo snel mogelijk weer open moet gaan, zodra de testcapaciteit dat toelaat. Dat zit er voorlopig niet in volgens minister Hugo de Jonge, vanwege de druk op de laboratoriumcapaciteit en het feit dat andere groepen meer prioriteit hebben dan reizigers.
„Pas wanneer die druk afneemt en wanneer meer duidelijkheid bestaat over de mogelijkheid om innovatieve testmethoden in te zetten, kan ik een besluit nemen of er weer getest zal worden op luchthavens”, laat De Jonge aan de Tweede Kamer weten.