DNB: woningmarkt blijft voorlopig oververhit
De Nederlandsche Bank (DNB) vindt het „opvallend” dat de woningmarkt vooralsnog in een staat van oververhitting blijft ondanks de coronacrisis. Daarbij wijst de toezichthouder op de relatief sterke toename van de huizenprijzen in het tweede kwartaal. Of dat betekent dat de huizenprijzen komende jaren wellicht toch niet omlaag zullen gaan, kon DNB-president Klaas Knot dinsdag evenwel niet aangeven.
Deskundigen van DNB stelden in juni nog dat de impact van de virusuitbraak op de woningmarkt beperkt leek, maar dat aan een lichte prijsdaling in de komende jaren waarschijnlijk toch niet te ontkomen zou zijn. De omslag op de woningmarkt zou pas in de loop van de tweede helft van dit jaar plaatsvinden.
Volgens Knot zou het kunnen dat het prijsdrukkende effect van de coronacrisis destijds te sterk is ingeschat. Ook is het volgens hem mogelijk dat de grote schaarste in het huizenaanbod meer van invloed is dan aangenomen. Mede door een tekort aan nieuwbouwwoningen staan er relatief weinig huizen te koop en huizenzoekers moeten vaak veel meer dan de vraagprijs neertellen om een huis te bemachtigen.
De vraag naar woningen blijft daarnaast op peil doordat de hypotheekrente laag blijft. Toch kan deze vraag in de toekomst nog gaan dalen, denkt DNB. Bijvoorbeeld als de werkloosheid verder toeneemt en het besteedbaar inkomen van huishoudens daalt. Anderzijds heeft het coronavirus volgens de centrale bank ook invloed op het aanbod, wanneer deze de bouwsector fysiek belemmert en het ontwikkelen van nieuwbouwprojecten lastiger wordt bij afnemend vertrouwen van woningkopers.
Later deze week brengt de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) weer nieuwe woningmarktcijfers naar buiten. Die hebben betrekking op het derde kwartaal. Mogelijk zijn daaruit weer nieuwe ontwikkelingen af te leiden.