Luchtige en diepe roman over de Holocaust
Het horen bij een familie lijkt zo triviaal, maar het belang ervan kun je niet onderschatten. Bij iemand horen, aan een persoon of groep je identiteit ontlenen, je conformeren of juist afzetten, dat heb je allemaal nodig om te weten wie je bent en wie je wilt zijn.
Judith Fanto (pseudoniem van Judith van den Heuvel) heeft dit aan den lijve ervaren. Ze wordt geboren in 1969 in Delft als Geertruide van den Heuvel. Twintig jaar later verandert ze haar naam in Judith en haar schrijversachternaam ontleent ze aan een van haar Weense voorouders. Haar carrière als jurist heeft ze opgegeven om schrijver te zijn. In haar debuut schrijft ze, aangevuld met fictie, over haar eigen familiegeschiedenis.
Fanto’s roman heeft twee verhaallijnen. De verhaallijn waarin Geertje de hoofdrol speelt is gedateerd rond 1995 in Nijmegen. De andere, waarin Viktors verhaal zich ontvouwt, speelt zich rond 1938 af, het jaar van de Anschluss, in Wenen.
Taboe
Als kind ontdekt Geertje dat bepaalde zaken in haar familie taboe zijn. Ze wordt zich ervan bewust dat ze Joods is zonder Joods te mogen dóén en dat angst eraan ten grondslag ligt, zonder op haar vele vragen antwoord te krijgen. Als ze het lichtbruine scoutinguniform van haar jeugdvriendinnetje aan haar moeder laat zien of ongemerkt het woord ”transport” of ”peuk” gebruikt, krijgt haar moeder een acute aanval van ”Het”.
Vragen naar onbekende familieleden worden daarentegen vaak luchtig beantwoord: „O die? Die leeft niet meer.” Vooral het spreken over één broer van haar opa, Viktor, wordt stelselmatig gemeden. Hij lijkt het zwarte schaap van de familie te zijn. Als Geertjes ogenkleur gelijkenis vertoont met die van Viktor is haar oma er heel snel bij om te zeggen: „Geertje heeft niets van Viktor, hè Schatz?” Dat een gedeelte van haar familie Wenen in grote haast heeft verlaten om in 1939 in België te wonen terwijl de rest achterbleef, wordt niet uitgelegd.
Het onuitgesprokene breekt haar op en ze gaat tegen de regels in door als eerste lid van de familie voor een eigen gekozen beroep te gaan en zich aan te sluiten bij een Joodse gemeente in Nijmegen. De eerste ervaring tijdens een afwas waarbij ze „melkkost en fleischige zaken” niet scheidt, is hilarisch beschreven. Die authentieke menging van Joodse humor en ernst is bijzonder en maakt het boek naast zwaar ook luchtig en heel goed te lezen. Haar zoektocht gaat verder, ze wil weten wie ze is.
Vooral de persoon Viktor blijft haar mateloos boeien. Om hem hangt een broeierig mysterie en ze wil het per se ontrafelen, zeker nadat haar oma een keer laat vallen dat hij in de gevangenis gezeten heeft. Om meer te weten te komen zoekt ze op de zolder van haar oma naar documenten van vroeger die haar meer duidelijkheid geven.
Louche zaakjes
Wat de eigengereidheid betreft, is er zeker gelijkenis tussen Geertje en Viktor. Hij valt op binnen de rijke, voorname familie omdat hij geen rust en een respectabele baan heeft, maar zich inlaat met louche zaakjes om geld te verdienen. Om ervoor te zorgen dat hij zich niet te sterk bindt aan vrouwen, stelt hij zichzelf het maximum van drie keer omgaan met een van hen om ze daarna los te laten. Toch kan elke outcast op zijn volledige inzet rekenen, hij heeft een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Als de Anschluss een feit is, loopt de Jodenhaat op tot ongekende proporties. Ontzet ziet de familie haar levenszekerheden stuk voor stuk afbrokkelen. Viktor weet een heel eind te komen met zijn vlotte babbel en blonde voorkomen en een lucide baan in het „wachtrijbeheer” totdat ook hij ziet dat er maar één optie is om een deel van de familie te sparen en die gaat hem heel veel kosten. De onthulling van zijn diepe identiteit is verrassend, de roman heeft een sterke plot.
Holocaust
In dit herdenkingsjaar komen heel veel boeken uit rondom de Holocaust, zowel van de eerste als van verdere generaties. ”Viktor” is een unieke uitgave die er wat mij betreft uitspringt. Afwisselend luchtig en diep vertelt Fanto haar verhaal en laat ze zien wat het betekent om te horen bij een volk dat er niet mocht zijn en wat de erfenis ervan is voor de volgende generaties. Haar vertelstijl laat je doorlezen, soms grinnik ik, soms draait mijn maag om vanwege de vreselijke gebeurtenissen en het laatste poëtische hoofdstuk ontroert diep: „Het lied van de aarde verstomde. Wat kon zwemmen zwom niet, wat kon vliegen vloog niet, wat kon spreken, verstilde. Weldra zou de eenheid van lichaam en ziel, van aarde en wind, uiteengaan. De hemel was vlakbij, hij hoefde zijn hand maar uit te strekken om de lucht aan te raken.” Wat mij betreft leest iedereen dit boek, ik vind het een grote aanwinst voor ons boekenland.
Boekgegevens
Viktor, Judith Fanto; uitg. Ambo Anthos; 397 blz.; € 24,99