Ramp komt nooit alleen, pas beleid daarop aan
Sinds 1980 is het aantal geregistreerde natuurrampen meer dan verdubbeld. Eén ramp veroorzaakt een kettingreactie van daaropvolgende crises. Beleidsmakers moeten daar meer rekening mee gaan houden.
”Grootste branden ooit teisteren westkust VS” kopte het RD (14-9). De rook van de bosbranden aan de Amerikaanse westkust veroorzaakte een deken van duisternis en luchtvervuiling die miljoenen mensen in steden als San Francisco teisterde. Een weersomslag zou verlichting brengen. Echter, de voorspelde regenval veroorzaakte modderstromen, doordat er geen begroeiing meer was die normaal gesproken het regenwater vasthoudt.
Een paar dagen later werd Griekenland getroffen door orkaan Ianos. De hevige regenval, harde windstoten en overstromingen brachten zware materiële schade aan en grote delen werden getroffen door stroomuitval. Dit alles vindt plaats terwijl wereldwijd beleidsmakers maar ook mensen in de zorg en andere hulpverleners hun handen vol hebben aan de gevolgen van de Covid-19-pandemie.
Domino-effect
Sinds 1980 is het aantal geregistreerde natuurrampen meer dan verdubbeld. Natuurrampen vinden overal in de wereld plaats. De toename van het risico op het uitbreken van een natuurramp laat zien dat mensen wereldwijd hierdoor getroffen kunnen worden en dat velen van hen het gevaar lopen met verschillende soorten natuurverschijnselen in aanraking te komen. De verwachting is dat, door economische ontwikkelingen, bevolkingsgroei en klimaatverandering, de schade van natuurrampen in de toekomst ernstiger zal worden.
De eerder genoemde voorbeelden laten de complexiteit van natuurrampen zien: één ramp veroorzaakt een kettingreactie van daaropvolgende crises. Zoals de bosbranden die voor enorme luchtverontreiniging zorgen en de orkaan die overstromingen en stroomuitval veroorzaakt. Maar de complexiteit wordt ook veroorzaakt door de toenemende mate waarin gebieden en sectoren met elkaar vervlochten zijn. Als één gebied of economische sector getroffen wordt, heeft dit vaak een domino-effect op andere gebieden en sectoren.
We zien deze complexiteit van rampen en crises ook in Nederland. De laatste paar jaren zijn we in de zomers regelmatig getroffen door hittegolven en extreme droogte, die op hun beurt grote invloed hebben op de maatschappij. Door deze droge zomers heeft de landbouwsector te kampen met oogstverliezen. Maar ook de binnenvaart lijdt schade, door lage waterstanden, waardoor schepen minder zwaar geladen kunnen worden. Dit had een tekort aan benzine bij pompstations in Nederland en Duitsland tot gevolg. Terwijl onze zomers heter en droger worden, voorspelt het KNMI in zijn klimaatscenario’s dat onze winters juist extreem nat gaan worden.
De toenemende complexiteit van rampen creëert een enorme uitdaging voor beleidsmakers. Die complexiteit vraagt om maatregelen die inspelen op de uiteenlopende aspecten van verschillende natuurverschijnselen. In plaats van in de zomer maatregelen te nemen voor het beperken van de schade door droogte en in de winter maatregelen te nemen waarbij we proberen het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren, moeten er integrale maatregelen ontwikkeld worden die zowel de zomerse droogte als de winterse natheid gezamenlijk in ogenschouw nemen.
Een ander belangrijk aspect is dat sommige maatregelen voor het verminderen van schade door één type natuurverschijnsel de schade door een ander natuurverschijnsel juist kunnen verergeren. Denk aan het bouwen van huizen op palen in Californië. Overstromingswater kan zo onder de woning door stromen. Californië wordt regelmatig opgeschikt door aardbevingen; woningen op palen zijn daarvoor nu kwetsbaarder.
Eerste stap
In verschillende recente internationale overeenkomsten, zoals die van de Verenigde Naties, wordt het belang benadrukt om wetenschappelijk onderzoek en het overheidsbeleid beter te laten inspelen op de complexiteit van natuurrampen. We moeten wegbewegen van de focus op het voorkomen of beperken van de schade door één natuurverschijnsel. Een belangrijke eerste stap is de erkenning dat natuurrampen geen op zichzelf staande gebeurtenissen zijn en dat er meer kennis nodig is over het samenspel van rampen die tegelijk of kort na elkaar gebeuren. Verder moeten we een beter inzicht krijgen in maatregelen die rekening houden met de verschillende types natuurrampen die een gebied of land kunnen raken.
Beleidsmakers van verschillende niveaus moeten beleid ontwikkelen in samenwerking met belanghebbenden en wetenschappers van verschillende disciplines. In regio’s die een hoog risico lopen om getroffen te worden door natuurverschijnselen, zoals droogte en overstromingen, moeten beleidsmakers op zoek naar integrale maatregelen. Risicomanagers en hulporganisaties richten zich vaak op de invloeden van een ramp op de korte termijn. In plaats daarvan is het beter rekening te houden met de langetermijneffecten van opeenvolgende natuurrampen, ook buiten een direct getroffen gebied. Dit kan in de toekomst bijdragen aan minder rampschade.
De auteur is assistent-professor multi-risk en verbonden aan het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij promoveerde in september op het onderwerp van complexe natuurrampen.