De speurders kregen de man in het vizier met hulp van een databank voor familieonderzoek. Slachtoffers waren destijds een 8-jarig jongetje en een vrouw. De man heeft volgens de openbaar aanklager verklaard dat hij „drang” had gevoeld om twee mensen te vermoorden. Hij stak het jongetje, dat op weg naar school was, op straat in de plaats Linköping van achter met een mes neer. Toen hij merkte dat een vrouw dat had gezien, stak hij haar ook dood.

Ondanks dat de dader het wapen, vingerafdrukken, haren en bloedsporen op de plaats delict had achtergelaten, lukte het de politie niet om hem te achterhalen. De moordenaar woonde ondertussen rustig in Linköping en wist buiten beeld van de politie te blijven.

Totdat de politie onlangs besloot het DNA van de dader te vergelijken met de databank voor familieonderzoek waarop privépersonen hun DNA achterlaten. De speurders kwamen zodoende twee broers op het spoor. De jongste bekende de moorden.