Onderzoeker The Passion: Religie komt op speelse manier terug
The Passion is een spel dat mensen kan helpen „zich te verbinden aan het verhaal van Jezus.” Dat vindt theoloog dr. Mirella Klomp, die dinsdag een boek over The Passion presenteerde.
„Er zitten steeds minder mensen in kerk, de samenleving is geseculariseerd. Maar Nederland kan het verhaal over het lijden van Jezus moeilijk loslaten”, stelt Klomp. De theoloog, verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit te Amsterdam, deed onderzoek naar The Passion, het jaarlijkse spektakelstuk van de Evangelische Omroep (EO) en de omroep KRO-NCRV over het lijden van Jezus. De EO maakte in juni bekend te stoppen met de organisatie van The Passion en zich te richten op vernieuwing. KRO-NCRV is wel van plan het evenement te blijven organiseren. Dinsdag presenteerde Klomp voor een wetenschappelijk publiek haar Engelstalige boek ”Playing On”, met een onderzoek naar de tien edities in het afgelopen decennium. Donderdag volgt een online presentatie voor geïnteresseerden.
„Mensen die op het plein staan tijdens een opvoering van The Passion zijn niet allemaal christenen die Jezus als Redder belijden. Het verhaal heeft nog steeds zeggingskracht voor niet-christenen. De vorm geeft verbinding met verhaal van Jezus, op individueel niveau”, zegt de theoloog. „Neem de brandweermannen die in Enschede het kruis droegen (tijdens de opvoering in 2015, HWW). „We hebben nog steeds last van de ramp, en merken dat in ons team”, zeiden ze. „We willen dat kruis dragen.” Zij verbonden het leed dat ze zelf ervaarden met het lijdensverhaal van Jezus.”
The Passion is een voorbeeld van een bredere beweging in de omgang met het christelijke erfgoed, concludeert Klomp. „Religie verdwijnt niet, maar Nederland gaat op een andere, speelse manier met religie om. The Passion lijkt kortstondig en vluchtig, maar het verhaal laat Nederland niet los. De speelse vorm helpt mensen zich tot het lijdensverhaal te verhouden.”
Hoe kunnen christenen nu het beste aansluiting zoeken bij niet-christenen?
„Door niet te zwijgen over het verhaal van Jezus’ lijden en opstanding. Maar als we er over spreken moeten we daarin niet opdringerig zijn. De EO was lang gericht op het overtuigen van mensen om ze tot het geloof te brengen. Overtuigen en getuigen liepen door elkaar. Met het organiseren van The Passion in 2011 maakte de omroep een omslag. Overtuigen werkt in deze cultuur lang niet voor iedereen. Het gaat om getuigen. Belangrijk is dat je dicht bij jezelf blijft. Vertel wat het verhaal van kruis en opstanding voor je betekent. En geef de ander de ruimte vragen te stellen en om daar wel of niet in mee te doen. Een van de succesfactoren van The Passion is dat het wel het lijdensverhaal vertelt, maar ruimte geeft om dat verhaal een eigen betekenis te verlenen.”
Is dat niet te vrijblijvend? De Bijbel geeft zelf die interpretatie van het lijden van Jezus: verzoening met God.
„De Bijbel geeft niet een eensluidend antwoord op de vraag naar de betekenis van het kruis. De evangelisten verschillen onderling. Paulus keek zelf ook goed naar wie hij schreef. Hij hield rekening met de context. De ene keer zorgde dat voor een vermanende brief, de andere keer voor een pastorale. The Passion is bedoeld voor een geseculariseerde samenleving. Die vraagt om een andere vorm dan de gemeente die op zondagochtend samenkomt. Jezus trok ook door heidense gebieden. Het Evangelie heeft altijd een grotere reikwijdte dan je denkt. Dat vraagt van de kerk om naar buiten te gaan.”
Raakt de uitvoering van The Passion uzelf?
„Ik ben zelf geen grote liefhebber van popmuziek en behoor niet tot de doelgroep. Maar toen The Passion voor het eerst werd opgevoerd in Gouda in 2011 was ik erbij. De acteur die Pilatus speelde, vroeg toen aan de aanwezigen: „Wat moet ik dan met Jezus?” Het publiek moest toen roepen: „Kruisig Hem.” Dat vond ik heel confronterend, en het maakte grote indruk op me. Het stelde me de vraag: Waar sta ik zelf? Hoe verhoud ik me tot mensen die vandaag lijden? Het lijden van Jezus is ook het lijden van mensen. Dat verhaal gebeurt nog elke dag, nu bijvoorbeeld bij de coronacrisis of de bootvluchtelingen.”