Hoekstra: Meer steun Air France-KLM billijk
Minister Hoekstra van Financiën is bereid te praten over een tweede kapitaalinjectie voor Air France-KLM, als blijkt dat de toegezegde leningen niet genoeg zijn om het hoofd boven water te houden.
Dat zei Hoekstra woensdag tegen de NOS nadat topman Ben Smith van het luchtvaartbedrijf afgelopen weekend had gezegd dat er naast de toegezegde miljardenleningen waarschijnlijk veel meer steun nodig is.
KLM is in financiële problemen geraakt door de beperkingen van het internationale vliegverkeer. Het bedrijf kreeg eind juni een pakket noodleningen van 2,4 miljard euro toegezegd van een consortium van banken, waarbij de overheid grotendeels garant staat. De Nederlandse staat beloofde daarnaast als aandeelhouder een directe lening van 1 miljard euro. Ook aan Franse kant wordt het bedrijf ondersteund, met 7 miljard euro aan leningen.
„We hebben steeds gezegd dat het in de eerste fase om leningen gaat, maar dat de mogelijkheid wel degelijk bestaat dat er ook echt geld, dus niet een lening, in de onderneming gestopt moet worden”, zei Hoekstra tegen de NOS.
Voorwaarden
Hij meldde er meteen wel bij dat daar voorwaarden aan verbonden zullen zijn. Welke dat precies worden, daar wil hij de komende weken en maanden over praten. „We doen dit allemaal om de onderneming te laten overleven en zo veel mogelijk banen te behouden.”
Air France-KLM moet snijden in de kosten, vindt Hoekstra, zeker ook aan Franse kant. Die kosten zijn nu gebaseerd op het pre-coronatijdperk. Eind deze maand moet er een reorganisatieplan liggen, waarbij het personeel dat het meest verdient ook de zwaarste klap opvangt.
Tot de voorwaarden voor het leningenpakket behoorde ook de aanstelling van een door de overheid aan te wijzen toezichthouder. Dat is Jeroen Kremers geworden, iemand die de weg kent in zowel de financiële wereld als politiek Den Haag.
Steunpakket
De Tweede Kamer debatteerde donderdag over het derde steunpakket voor bedrijven die getroffen zijn door de coronacrisis. De nieuwe maatregelen moeten gaan gelden van oktober tot medio volgend jaar. De bedoeling is niet alleen dat banen behouden blijven, maar ook dat mensen die ontslagen worden aan ander werk worden geholpen.
Het is het derde steunpakket waarmee het kabinet het bedrijfsleven wil helpen de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Tot dusver konden de ministers Koolmees, Hoekstra en Wiebes rekenen op Kamerbrede steun voor hun plannen.
Met name met de PvdA en GroenLinks lijkt het kabinet zaken te kunnen doen om opnieuw extra steun te vergaren. Koolmees en Hoekstra gingen woensdag voor de tweede keer langs bij de partijleiders Asscher en Klaver om hun wensen nog eens aan te horen. Zij toonden zich na afloop „optimistisch.”
Hoekstra zei wel dat het pakket, waar werkgevers en vakbonden eerder al mee akkoord gingen, „grosso modo” intact zal blijven. „De andere kant is dat als je met partijen in gesprek gaat, dat je dan ook de bereidheid moet hebben te luisteren en te kijken of je ze nog tegemoet kunt komen.”
Mobiliteitsteams
Woensdagavond laat kondigde Koolmees in een brief aan dat er regionale mobiliteitsteams komen om mensen intensief te begeleiden naar ander werk. Daarin werken gemeenten, uitkeringsinstantie UWV, werkgevers en vakbonden samen om mensen concrete hulp te bieden elders aan de slag te kunnen gaan. Vooral de PvdA had vorige week aangedrongen op een soort werkgarantie.
Het kabinet wil met deze aanpak mensen die hun baan (mogelijk) kwijtraken, de zekerheid geven dat ze passende begeleiding kunnen krijgen bij het zoeken naar nieuw werk, zodat ze niet in een uitkering terechtkomen. Door de coronacrisis raken veel mensen hun werk kwijt. Tegelijkertijd is er in andere sectoren wel werk of zijn er zelfs personeelstekorten.