Kabinet onderzoekt inzet militair transportvliegtuig in Mali
Het kabinet onderzoekt de inzet van een militair transportvliegtuig in Mali. Dat zou eind volgend jaar moeten gebeuren. Verder wordt de trainingsmissie in Irak gestopt. In plaats daarvan wordt overwogen een bijdrage te gaan leveren aan de bescherming van de internationale luchthaven van Erbil in Koerdisch Noord-Irak.
In Mali zou het transportvliegtuig vanaf november volgend jaar voor zes maanden worden ingezet voor de VN-missie Minusma. Nederland kondigde vorig jaar al aan weer een bijdrage te willen leveren aan een VN-missie. Tussen 2014 en 2019 waren Nederlandse special forces en eenheden van de luchtmobiele brigade actief in het noorden van Mali. Zij verzamelden daar informatie voor de VN.
Verder bekijkt het kabinet ook een verzoek van België om in Jordanië bescherming te bieden aan Belgische F-16’s die meedoen aan de strijd tegen terreurgroep IS. Dat is in afgelopen jaren ook al gebeurd. Toen Nederlandse F-16’s vanuit dat land IS-doelen aanvielen, beschermden Belgische militairen de basis. De Nederlandse inzet zou al volgende maand beginnen. Het gaat om dertig tot veertig militairen.
De Nederlandse trainingsmissie in Irak ligt al maanden stil door het coronavirus. Enkele tientallen militairen trainden en adviseerden Koerdische peshmerga’s en Iraakse commando’s. De nieuwe taak bij de luchthaven van Erbil zou in het najaar beginnen. Hiervoor zijn 100 tot 150 militairen nodig, aldus Defensie. Voor andere adviestaken in Irak wil het kabinet ook nog vijf tot tien militairen inzetten.