Prinsjesdag: veel plannen liggen al op straat
Veel van de plannen die het kabinet op Prinsjesdag wil presenteren, liggen zoals gebruikelijk al op straat. Een overzicht wat tot dusver is uitgelekt:
- Het belastingtarief in de eerste schijf gaat omlaag, de arbeidskorting juist omhoog. Dat levert werkenden en gepensioneerden bij elkaar 1 miljard euro lastenverlichting op.
De zelfstandigenaftrek wordt sneller afgebouwd. Toch gaan ook zzp’ers er dankzij de lagere belastingen iets op vooruit.
De eerder beloofde verlaging van de winstbelasting voor grote bedrijven gaat niet door. Daarnaast wordt belastingontwijking harder aangepakt.
Kleine tot middelgrote bedrijven gaan wel minder winstbelasting betalen. De grens tussen het hoge en het lage tarief komt te liggen op een winst van 4 ton. Dat is nu nog 2 ton.
Er komt een belastingaftrek om bedrijven aan te sporen ondanks de onzekere economische omstandigheden te blijven investeren.
De overdrachtsbelasting wordt afgeschaft voor starters op de woningmarkt. Beleggers gaan juist fors meer betalen: 8 procent in plaats van de huidige 2 procent.
De verhuurdersheffing voor woningcorporaties wordt met 200 miljoen euro verlaagd. Dat moet ruimte bieden om huurders te helpen die door de coronacrisis in de knel zitten.
Het zorgpersoneel krijgt opnieuw een eenmalige ‘coronabonus’, ditmaal van 500 euro netto. Binnen de zorgbegroting wordt daarnaast 100 miljoen vrijgemaakt om de werk- en regeldruk te verminderen.
Volgens de koopkrachtplaatjes van het CPB gaan werkenden er gemiddeld 1,2 procent op vooruit, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden respectievelijk 0,5 en 0,4 procent. De gemiddelde koopkrachtstijging is 0,8 procent.
De economie groeit volgens het CPB volgend jaar met 3,5 procent. Mede dankzij het derde steunpakket voor bedrijven komt de werkloosheid op 5,9 procent in plaats van de eerder gevreesde 6,5 procent.
Het begrotingstekort in 2021 wordt geraamd op 43,5 miljard euro. Dat is waarschijnlijk minder dan dit jaar, maar in 2018 en 2019 waren er nog overschotten.