Suriname geeft woningnood toe
De Surinaamse overheid kan het enorme huisvestingsprobleem niet meer alleen aan. Dit zegt minister Pawironadi (Volkshuisvesting).
Hij juicht daarom particuliere initiatieven, zoals die van de door de gemeente Amsterdam gesteunde stichting Sekrepatu, toe.
Het is voor het eerst dat een Surinaamse bewindsman erkent dat de woningnood de overheid boven het hoofd is gegroeid. Volgens voorzichtige schattingen zijn meer dan 40.000 mensen (bijna 10 procent van de bevolking) op zoek naar een betaalbare woning. Vooral mensen met een laag inkomen maken nauwelijks kans een woning te vinden. De overheid is er al 25 jaar niet in geslaagd huurhuizen voor deze groep te bouwen.
Met de verkiezingen van volgend jaar in het vizier hoopt Pawironadi dat vooral particuliere initiatieven de druk op de overheid kunnen verminderen. „De overheid zelf heeft onvoldoende middelen voor grootschalige projecten. Daarom moet worden samengewerkt met particulieren. De betrokkenheid van maatschappelijke organisaties is van wezenlijk belang.”
Een van die initiatieven is het woonplan Sekrepatu dat binnenkort van start gaat. De stichting, ontstaan op initiatief van de gemeente Amsterdam in samenwerking met Amsterdamse woningcorporaties, begint uiterlijk begin volgend jaar met de bouw van 180 woningen aan de rand van Paramaribo en in het district Wanica. Het project gaat 5 miljoen euro kosten en wordt deels gefinancierd door Dutch International Guarantees for Housing (DIGH). De woningen, die in 2006 gereed moeten zijn, moeten maandelijks 80 tot 175 euro opbrengen.
Pawironadi zegt dergelijke initiatieven in de toekomst te willen ondersteunen. „We zijn ons bewust van de problemen, maar kunnen het niet alleen. Dat is ook de reden dat we China hebben gevraagd grootschalige woningbouwprojecten mede te financieren.”