Mijn kind loopt voor in zijn ontwikkeling
De ontwikkeling van jonge kinderen verloopt vaak sprongsgewijs. Sommige kinderen lopen merkbaar voor ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Deze voorsprong kan tijdelijk zijn, maar ook blijvend. Wanneer een kind meer dan zes maanden voor loopt, is er sprake van een ontwikkelingsvoorsprong. Deze kinderen hebben bijvoorbeeld al jong een grote woordenschat, zoals Noor. Daarnaast hebben ze een brede interesse, zijn ze snel van begrip en sensitief (zie kader voor overige kenmerken).
Bij jonge kinderen van wie het vermoeden bestaat dat ze (hoog)begaafd zijn, wordt ook gesproken van een ontwikkelingsvoorsprong. Het zou kunnen dat Noor hoogbegaafd is. Hoogbegaafdheid ontstaat namelijk niet ineens op latere leeftijd, maar is ook op jonge leeftijd al aanwezig bij een kind.
Nu is niet ieder kind met een ontwikkelingsvoorsprong ook daadwerkelijk hoogbegaafd. En niet ieder hoogbegaafd kind vertoont even duidelijk op jonge leeftijd al veel kenmerken van zijn hoogbegaafdheid.
Verschillende hoogbegaafdheidsdeskundigen geven aan dat de term hoogbegaafdheid niet alleen iets zegt over de cognitieve vermogens van een kind, maar juist gebaseerd is op een combinatie van drie kenmerken: een IQ van boven de 130, creatief denkvermogen en een sterke motivatie en taakgerichtheid.
Hoogbegaafde kinderen zijn, denken en voelen anders dan andere kinderen en lopen –ook op jonge leeftijd– tegen andere dingen aan. Ze kunnen ook al jong het gevoel hebben anders te zijn, al kunnen ze dat nog niet goed verwoorden. Het is echter een misvatting dat een kind met een ontwikkelingsvoorsprong altijd bekend staat als een kleine Einstein en overal in uitblinkt.
Aansluiten
Vanaf de leeftijd van zes jaar zouden er bij Noor testen afgenomen kunnen worden om te kijken of ze daadwerkelijk hoogbegaafd is. Voor het zesde levensjaar blijft het een vermoeden en spreek je dus van een ontwikkelingsvoorsprong. Testen is echter niet altijd nodig. Het belangrijkste is namelijk dat ouders en leerkrachten proberen aan te sluiten bij de ontwikkeling van Noor.
Het is belangrijk dat de opvoeders van Noor de zogeheten zone van naaste ontwikkeling opzoeken, zodat Noor kan blijven leren. De zone van naaste ontwikkeling betekent dat je als ouders en leerkracht kijkt naar wat het kind al kan –ook als het net op school komt– en vervolgens net iets daarboven insteekt met het (les)aanbod. Vanaf dan is een kind pas aan het leren. Het is belangrijk het kind uit te dagen, zodat het gestimuleerd wordt, maar het is ook belangrijk om in de gaten te houden of het kind niet overvraagd wordt. Spelen en leren moet en mag voor iedereen leuk zijn!
Onderpresteren
Ook in de vrije tijd kunnen ouders ertegenaan lopen dat hun zoon of dochter zich snel verveelt. Ze hebben van alles in de speelgoedkast, maar hun kind is er al snel op uitgekeken. Dit komt meer voor bij (hoog)begaafde kinderen. Deze kinderen zijn vaak op zoek naar iets nieuws, omdat ze op een ontdekkende manier leren. Als ouder is het best even zoeken waar het kind zijn of haar ei in kwijt kan.
Wanneer een hoogbegaafd kind niet uitgedaagd wordt en op school meedoet met het reguliere lesaanbod, kan het voorkomen (vaak gebeurt dit al binnen een aantal weken) dat het kind zich aanpast aan het gemiddelde klasniveau, terwijl het zelf al verder is in de ontwikkeling. Dit wordt onderpresteren genoemd. Deze kinderen voelen al snel aan dat ze anders zijn en kunnen denken: ik pas me wel aan.
Ander gedrag dat kan wijzen op onderpresteren is opstandigheid of desinteresse bij bijvoorbeeld kringactiviteiten. Als een kind niet uitgedaagd wordt, kunnen er zelfs depressieve gevoelens ontstaan – ook al op jonge leeftijd. Het is daarom belangrijk dat een ontwikkelingsvoorsprong vroeg wordt gesignaleerd.
Sensitief
Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zijn vaak gevoelig. Prikkels komen sterk bij hen binnen, waardoor ze sneller last kunnen hebben van licht, geluid, geur of bijvoorbeeld kriebelende kleding. Ze kunnen dan ook sneller overprikkeld raken en hebben meer rustmomenten nodig dan een gemiddeld kind. Deze kenmerken zie je ook terug bij hooggevoelige kinderen. Een hoogbegaafd kind kan namelijk ook tegelijkertijd hooggevoelig zijn, maar dat hoeft niet.
Veel mensen weten niet dat deze prikkelgevoeligheid ook voorkomt bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en denken ten onrechte dat er sprake is van autisme. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben namelijk ook behoefte aan structuur en duidelijkheid, maar om een andere reden dan kinderen met autisme. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling denken namelijk verder en dieper na en kunnen daardoor allerlei leeuwen en beren zien. Ze zijn vatbaar voor allerlei angsten en kunnen zich levendig voorstellen op welke manieren iets mis kan gaan. Zo kunnen ze bij een uitje naar de dierentuin vooraf uit bezorgdheid heel veel vragen stellen: „Hoe hoog is het hek?” En: „Kan het glas van het Oceanium breken?” Deze vragen zijn ongewoon voor een gemiddelde kleuter die staat te springen om te gaan. Bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zijn dit juist de momenten dat je de tijd moet nemen om op hun bezorgdheid in te gaan en hen gerust te stellen.
Een ander verschil met autisme is dat kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong emotioneel erg gevoelig kunnen zijn en vaak ook haarscherp emoties van anderen kunnen herkennen. Voor kinderen met autisme is dat juist lastig.
Signaleren
Zeker aan het begin van een schooljaar is het belangrijk dat ouders, pedagogisch werkers en leerkrachten van kinderen zoals Noor goed op hen letten. Overleg tussen ouders en andere opvoeders is van belang. Het is namelijk niet zo dat een kind met een voorsprong altijd makkelijk meekomt.
Kinderen met een voorsprong lopen ook tegen bepaalde dingen aan. Zo is faalangst en perfectionisme veelvoorkomend. Deze kinderen leggen op jonge leeftijd voor zichzelf de lat erg hoog. Ze hebben bijvoorbeeld een duidelijk beeld van de realiteit en vinden dan al snel dat wat ze knutselen of tekenen daar niet aan voldoet.
Het is belangrijk dat deze kinderen op jonge leeftijd al een passend onderwijsaanbod krijgen. Niet om het onderste uit de kan te halen en prestatiegericht te zijn, maar wel om het beste in hen naar boven te halen zodat deze jonge kinderen, die op hun eigen unieke wijze gemaakt zijn door hun Schepper, goed in hun vel (blijven) zitten.
De ouders van Noor doen er dan ook goed aan dit open te bespreken met medeopvoeders en de (aanstaande) leerkrachten om hem zo vroeg mogelijk te ondersteunen in de verdere ontwikkeling en specifieke onderwijsbehoeften.
Bij een deel van de kinderen die hoogbegaafd blijken, is meer hulp nodig dan ouders en school kunnen bieden. Er zijn professionals die daarbij ondersteuning kunnen bieden.
Kenmerken
grote woordenschat
scherp geheugen
brede interesse
leergierig
humoristisch
gevoelig en neemt veel indrukken waar
eigenzinnig; moeite met gezag
voelt snel aan of iets oprecht is of gespeeld
houdt niet van herhaling
heeft intense emoties
verveelt zich snel
denkt diep na over gebeurtenissen
groot rechtvaardigheidsgevoel
speelt graag met oudere kinderen
Tips
Deze kinderen hebben meer rustmomenten nodig, geef hen daar de ruimte voor
Deze kinderen spelen en leren op een ontdekkende manier, probeer hen regelmatig iets uitdagends aan te bieden
Neem de tijd voor vragen van je kind, ze komen voort uit oprechte nieuwsgierigheid en bezorgdheid
Wees alert op gedrag dat past bij onderpresteren: opstandigheid, desinteresse en depressiviteit
Betrek de school bij vermoedens van een ontwikkelingsvoorsprong en evalueer regelmatig hoe het thuis en op school gaat