Cultuur & boeken

Kerk is op aarde om voor de ziel te zorgen

Er lijkt geen ruimte meer te zijn voor de ziel. De mens als louter lichaam. Een filosofische stellingname die bepaald geen uitgemaakte zaak is. Zorg voor de ziel. Daartoe is de kerk op aarde.

Prof. dr. M. J. Kater
4 September 2020 18:30Gewijzigd op 16 November 2020 20:16

Onlangs betoogde Sarah Durston, hoogleraar ontwikkelingsstoornissen van de hersenen aan het UMC en voorzitter van de stichting Bewustzijn en wetenschap, nog weer eens nadrukkelijk: „We moeten anders leren kijken.” Het boek van Martine Oldhoff wil aan die andere manier van kijken dienstbaar zijn. Het is een uitgave die tot stand kwam in samenwerking met de PKN in een serie boeken die het gesprek in de kerk over wezenlijke dingen willen bevorderen. Oldhoff doet al enkele jaren onderzoek naar de ziel en hoopt op dit onderwerp te promoveren. Het boek is voorzien van gespreksvragen, zodat het ook gebruikt kan worden op studiekringen.

Twee dingen staan centraal in haar bepaling van de ziel. Allereerst gaat het bij de ziel om het unieke ”ik” van de mens. Daarmee is ook de twee-eenheid van lichaam en ziel gegeven. In de tweede plaats: de ziel kan nooit los gedacht worden van God. Met onze ziel reageren we op Gods aanwezigheid en aanspraak. ”Kijk op de ziel” wil leiden tot: „Loof de Heere, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heilige Naam!”

Op een overzichtelijke manier komt veel aan de orde in beknopt bestek. Het meest uitgebreide hoofdstuk gaat over de ziel in de Bijbel. Naast woordonderzoek –wat betekent het woord op deze specifieke plaats– worden er ook enkele Bijbels-theologische redenen gegeven om te spreken over de ziel. De eerste reden is de sprekende God, een tweede dat we in de Schrift het geloof vinden dat de mens na de dood nog met God in relatie kan blijven leven. Verder komt in dat verband het Bijbels getuigenis over de ”nieuwe mens” aan de orde, de opstanding met het spanningsveld tussen ”nu” en ”nog niet”.

Er worden drie redenen aangevoerd waarom het geen goed idee is om te spreken over de ziel als een kostbaar juweel in je binnenste in plaats van bij de ziel te denken aan ons hele ik voor Gods aangezicht. Alleen al vanwege de „vele modderige delen” van onze ziel is deze kijk op de ziel oppervlakkig. Het gaat er in ”Kijk op de ziel” niet om jezelf te vinden en dicht bij jezelf te blijven. Ook het spreken over de ziel zoals dat in bijvoorbeeld het tijdschrift Happinez gebeurt heeft meer met oosterse spiritualiteit te maken dan met enige Bijbelse notie.

Over de relatie ziel en lichaam zal het laatste woord niet gesproken zijn. ”Ik” ben niet te herleiden tot mijn lichaam, maar ik leef helemaal in, met en door mijn lichaam. Onze Schepper heeft de mens zo geschapen: belichaamd. „Mijn ziel ademt als het ware in en door mijn lichaam.” Maar als het lichaam beschadigt, valt daarmee de ziel niet weg, zelfs niet door de dood.

Het laatste hoofdstuk gaat over de kerk als „oefenplaats voor ziel en zaligheid.” „De zondagse eredienst is het epicentrum van het ”winnen van de ziel” voor Christus.” Daartoe is de dienst van Woord en sacrament gegeven. Als de kerk de zorg voor de ziel niet meer geeft, houdt ze op kerk van Christus te zijn.

Kijk op de ziel, Martine Oldhoff; uitg. KokBoekencentrum; 48 blz.; € 6,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer