Stevige koersval Wall Street door dalende techsector
De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag flink gezakt. Met name de techsector, die de laatste weken de drijfveer was achter een opmars die tot records leidde voor de brede S&P 500 en de technologiegraadmeter Nasdaq, kreeg het zwaar te verduren. Beleggers op Wall Street vragen zich af of de koersen niet te hoog zijn gestegen en pakken hun winst. Ook wordt door sommige analisten gewezen op het relatief lage handelsvolume waarmee de stijging van de afgelopen weken tot stand kwam. Nu de zomermaanden voorbij zijn en er weer meer gehandeld wordt, volgt de correctie, menen zij.
De Dow-Jonesindex sloot 2,8 procent in de min op 28.292,73 punten. De breed samengestelde S&P 500 werd 3,5 procent lager gezet op 3455,06 punten en techbeurs Nasdaq leverde 5 procent in tot 11.458,10 punten. De daling is de grootste sinds juni.
Techbedrijven als Apple (min 8 procent), Microsoft (min 6,2 procent), Google-moeder Alphabet (min 5 procent), webwinkelreus Amazon (min 4,6 procent) en streamingvideodienst Netflix (min 4,9 procent) daalden stevig. Ook chipbedrijven als Nvidia, Intel en Qualcomm leverden tot 9,3 procent in.
Maker van elektrische auto’s Tesla ging 9 procent omlaag. Het bedrijf verloor de afgelopen drie dagen al ruim 18 procent van zijn beurswaarde.
Qua bedrijfsnieuws opende levensmiddelenproducent Campbell Soup (min 7,5 procent) de boeken. Beleggers maken zich zorgen over problemen in de toeleveringsketen van de onderneming. PVH, het moederbedrijf van modemerken als Calvin Klein en Tommy Hilfiger, kwam ook met cijfers. Het modeconcern werd 3,3 procent hoger gezet. Amerikanen geven geld dat ze besparen doordat ze niet op vakantie of uit eten gaan onder meer uit aan luxeartikelen.
Verder keken beleggers naar macro-economische cijfers. Zo viel het aantal aanvragen voor een werkloosheidsuitkering mee. Met 881.000 lag dat cijfer voor de tweede keer sinds half maart onder de 1 miljoen aanvragen per week. Wel zijn de cijfers vertekend, omdat een wijziging werd doorgevoerd in de correctie voor seizoensinvloeden. Cijfers over de Amerikaanse dienstensector wijzen op een iets minder harde groei.
De euro was 1,1858 dollar waard, tegen 1,1827 dollar bij het slot op de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,4 procent minder op 41,33 dollar. Brentolie werd 1 procent goedkoper op 43,99 dollar per vat.