Slob: ik had eerder zorgen over lerarenbeurs moeten delen
Minister Arie Slob (Onderwijs) vindt dat hij eerder zijn zorgen over de dreigende tekorten bij de lerarenbeurs had moeten delen met de Tweede Kamer. De beurs, bedoeld voor leraren om zich verder te ontwikkelen, bleek dit jaar te klein waardoor 2400 leraren er geen aanspraak op konden maken. In eerdere jaren bleef er juist geld over.
„Ik had in februari moeten zeggen dat we ons zorgen maakten”, erkent Slob. Dat hij dat toen niet deed, trekt hij zich aan. Hij zou al wel op tijd richting docenten hebben aangegeven dat er misschien te weinig geld beschikbaar zou zijn voor iedereen.
De Kamer reageerde verontwaardigd dat dit niet op tijd bekend was. Eerder stemde de Kamer in met een amendement op de onderwijsbegroting, waardoor het geld ook voor andere ontwikkeltrajecten in het onderwijs gebruikt kon worden, bijvoorbeeld voor onderwijsassistenten die willen doorstromen. Dit was volgens onder andere CDA en SP wel gebaseerd op het idee dat er anders geld zou overblijven en terug zou vloeien naar de staatskas.
De Kamer wil dat de minister met een oplossing komt voor de 2400 leraren die nu buiten de boot vallen. „Dit is niet een probleem voor de leraren en scholen, maar voor ons”, vindt GroenLinks-lid Lisa Westerveld. Ook D66 vindt het „een plicht” dat de politiek het oplost.
De minister kon daar voor dit jaar nog geen toezeggingen over doen. Volgens hem is het geld niet beschikbaar om deze mensen dit jaar alsnog iets te kunnen bieden. Wel kunnen zij volgend jaar opnieuw een aanvraag doen. Dan zijn zij als eerste aan de beurt. Desondanks is de Kamer kritisch, omdat veel van deze leraren dit jaar al verlof hebben opgenomen of vervanging hebben geregeld om aan een studie te beginnen.