De besluitvorming over uitzendwerk, waarover het parlement volledig medebevoegd is, zit al langere tijd in het slop. Een meerderheid van het parlement wil niet dat Groot–Brittannië het toestaat dat ondernemers uitzendkrachten de eerste zes maanden veel minder betalen dan vaste medewerkers. Als de lidstaten deze discriminatie niet snel schrappen, zal het parlement ook geen voorstel goedkeuren om nachtwerkers, zoals brandweerlieden en EHBO–artsen in ziekenhuizen, niet alle wachturen door te betalen.

De EU–lidstaten hebben juist belang bij een snel besluit over wachturen. Zij draaien namelijk grotendeels zelf op voor het uitbetalen van veel nachtelijke uren, omdat zij als overheden relatief veel personeel in dienst hebben dat ’s nachts werkt, zoals brandweerlieden en ziekenhuisartsen. Door dit als hefboom te gebruiken, hoopt het EP de lidstaten snel te kunnen bewegen tot een toegeving op het gebied van uitzendwerk. Nederland streeft als EU–voorzitter ook naar een compromis vóór het eind van het voorzitterschap in december.

Het Europese Hof van Justitie bepaalde eerder dat ook nachtelijke wachturen in ziekenhuizen, politiebureaus of brandweerkazernes gewoon moeten worden doorbetaald. De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, lanceerde vorige maand een voorstel dat die uitspraak toch weer deels ongedaan maakt. Daarmee moeten zowel lidstaten als Europees Parlement nog instemmen.