De tomaten hoor je niet klagen: potjes tomatensaus
Huis en haard alleen laten tijdens een hittegolf is nog tot daaraan toe. Maar een moestuin kun je dat eigenlijk niet aandoen. Alles wat nog niet goed wortel had geschoten –net uitgepote sla- en andijvieplantjes– is verschrompeld of compleet verdwenen. De sperziebonen zien akelig geel, de bieten ook. Verschillende planten zijn van narigheid doorgeschoten. Fraai ziet het er allemaal niet uit. En het voelt haast wreed dat je niet te hulp bent geschoten met een gietertje water.
Maar er is gelukkig nog een lichtpuntje in de dorheid: de tomaten. Die hoor je niet klagen over zuidelijke omstandigheden. Ze staan er stralend bij. Sterker nog: ze zijn opeens allemaal rood en roepen erom geoogst te worden. Omdat de ene plant vol hangt met pruimtomaten ligt het voor de hand om er saus van te maken. Dit type bestaat hoofdzakelijk uit vruchtvlees en bevat weinig vocht. Onwetend blijken we zelfs een beroemd soort te hebben aangeschaft, in het voorjaar. Het gaat volgens een kaartje om de stam om het ras San Marzano. Even opgezocht: volgens kenners zijn dat de beste tomaten voor pizzasaus – mits ze uit Napels komen.
In principe kun je van allerlei soorten tomaten saus maken. En die vervolgens in potjes een tijdje bewaren. In dit geval is de saus tamelijk neutraal van smaak. Dan kan het later alsnog Hollandse tomatensoep en of een kruidige saus voor over de spaghetti worden.