Kerk & religie

Onderscheidingsvermogen

Lukas 12:57

28 August 2020 14:00Gewijzigd op 16 November 2020 20:12

„En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is?”

Sommigen hebben gemeend dat Jezus in deze woorden zou verboden hebben, of het ongeoorloofde zou hebben aangetoond, om uit de beschouwing van de hemel te oordelen over de weersverwachting. Het tegendeel is waar: maar Jezus bestraft hen, dat zij zo oplettend waren in de zaken die dit leven aangaan en niet op de tekenen die gezien werden van het koninkrijk Gods. Daarom noemt Hij hen „geveinsden”, die wel daarop acht gaven, maar niet de tijd, waarin zij leefden, beproefden, door niet op te merken dat deze de tijd van de komst van de Messias was, de wel aangename tijd en de dag der zaligheid (2 Korinthe 6:2). Dat konden zij uit de rol van de profeten, en uit de toestand van het rijk, alsook van hun natie, doch inzonderheid uit de woorden, wonderen en tekenen van de Messias, opmaken. Maar daarop gaven zij geen acht, en dit was bovenal noodzakelijk. „Want”, zegt Jezus, „waarom oordeelt gij van uzelf niet hetgeen recht is” (Lukas 12:57)? Waarom oordeelt gij niet uit uw eigen opmerking en uit het getuigenis van uw geweten, uit hetgeen gij ziet en hoort, uit de tekenen en wonderen die geschieden, hetgeen recht is? Namelijk, dat de komst van de Messias daar is. Dit toch konden zij even gemakkelijk weten en onderscheiden, zoals het aanschijn van de lucht.

Ds. G. F. Gezelle Meerburg, predikant te Almkerk (”Leerrede over Lukas 12:54-57”, 1838)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer