Theologenblog: Onze Vader
In de Oost-Duitse stad Mühlhausen wordt in de zomer elke woensdag een orgelbespeling gehouden in de kerk waar Johann Sebastian Bach in 1707 en 1708 organist was. Dus nam ik onze jongste van acht mee en deden we ons een halfuurtje te goed aan de orgelklanken die over ons werden uitgestrooid.
Toch ging het niet om een miniconcert: in het Duits heette het een ”Orgelandacht”. Dat betekent dat de orgelbespeling is ingebed in een liturgisch geheel met zegen, gebed, Schriftoverdenking en samenzang. Dat was niet alleen bijzonder stijlvol, maar ook opbouwend en onverwacht missionair.
Het gebed, uitgesproken door de predikant, werd afgesloten met de woorden van het ”Vater Unser”, spontaan door alle aanwezigen meegesproken. Ik betrapte mezelf op een schok: kan dat zomaar? Een willekeurige groep mensen, overal vandaan, afgekomen op orgelmuziek of op de koelte van het kerkgebouw op een hete zomerdag. En dan zomaar samen bidden?
Die vraag past bij het gebed dat Jezus zijn volgelingen leerde. Kun je zomaar die aanspraak ”Onze Vader” op iemands lippen leggen? Toentertijd was dat ongehoord. Er gebeurt dus nogal wat als mensen deze woorden bidden. De werkelijkheid van het hemels koninkrijk opent zich, waarvan Jezus sprak en dat hij door zijn eigen optreden dichterbij bracht.
Dat is nog altijd zo. Voorbij de eerste schok realiseerde ik mij: wat zegt dit gezamenlijke gebed over de mensen die hier zitten voor de Orgelandacht? En wat zegt het over mij? Door ”Onze Vader” te zeggen stap ik uit een geïndividualiseerd leven, waarin ik aan anderen geen boodschap heb. Ik breek met mijn streven naar zelfbeschikking door mij toe te vertrouwen aan de Vader die mijn leven in zijn hand heeft. Ik verbind me aan de prioriteiten van Gods naam, Gods rijk en Gods wil. Mijn leven wordt in het licht van Gods zorg en genade geplaatst. Zo laat ik me optillen tot de lofprijzing die het begin is van het eeuwige leven. En dat allemaal in die paar woorden! Ook in het Duits of in een andere taal leer je ze zo meezeggen.
Wat deze ervaring mij leerde, is dat we het gebed niet op voorhand hoeven te beveiligen. Alsof het aan ons is om de kring te definiëren waarin de woorden van het ”Onze Vader” mogen klinken. Zeker: soms is het een spannende vraag of je samen kunt bidden, zomaar met iedereen. Het bidden zelf buigt die vraag in een andere richting. Niet langer zijn onze hokjes en vakjes bepalend, maar door te bidden richten mensen zich samen tot God en daardoor komen ze in een andere positie ten opzichte van elkaar. Bij iemand die daar niet aan wil, zullen de woorden in de keel blijven steken.
In onze tijd is het verlangen naar saamhorigheid en inclusiviteit groot. Mensen willen ergens bij horen en willen ruimte maken voor anderen. Tegen die achtergrond laat de kracht van het gebed zich extra voelen. Voor we er erg in hebben, omschrijven we onszelf en anderen op een manier die buitensluit en tegenstellingen aanwakkert. Dit kan zelfs in de naam van diversiteit en inclusiviteit gebeuren. Op het diepste niveau brengt samen bidden je boven zulke tegenstellingen en conflicten uit. Waar mensen zich uitspreken met het ”Onze Vader”, daar worden ze kind. Ook al zijn ze zomaar een kerk binnengelopen voor een halfuurtje orgelmuziek.
De auteur is universitair hoofddocent Systematische Theologie. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.