Van Huffelen kijkt naar snellere hulp gedupeerden toeslagen
Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Toeslagen) gaat kijken wat zij op korte termijn al kan doen voor mensen die door de toeslagenaffaire in grote financiële nood zitten, maar mogelijk nog lang moeten wachten voordat hun verzoek om compensatie behandeld kan worden. De Tweede Kamer heeft haar daar met klem toe opgeroepen.
Van Huffelen meldde eerder deze week dat de schadeloosstelling van gedupeerden veel langer gaat duren dan gepland. Uit de behandeling van de eerste ruim honderd dossiers blijkt dat veel zaken ingewikkelder zijn dan verwacht. Het is daardoor op dit moment nog niet mogelijk om op grote schaal ouders te compenseren. Voorlopig worden slechts enkele tientallen „zeer schrijnende gevallen” met voorrang behandeld.
Duizenden ouders werden de afgelopen jaren de dupe van een uit de hand gelopen jacht op fraude met de kinderopvangtoeslag. Zij moesten ten onrechte enorme bedragen terugbetalen, zonder dat zij een eerlijke kans hadden op beroep. Daardoor raakten velen in grote financiële problemen.
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt wil dat de staatssecretaris snel in kaart brengt of er onder de naar schatting 26.000 gedupeerden nog meer schrijnende gevallen zijn die direct hulp nodig hebben om hun rekeningen te betalen. „Zorg dat deze mensen in ieder geval eten kunnen kopen totdat zij aan de beurt zijn bij de Belastingdienst”, spoorde hij haar aan. Van Huffelen beloofde ermee aan de slag te gaan.
Ook andere partijen willen dat zwaar getroffen ouders desnoods een voorschot ontvangen om de ergste nood te verlichten. D66’er Steven van Weyenberg waarschuwde wel dat daarmee ook weer terugbetalingen op de loer komen te liggen. „Dat lijkt me een ramp in dit dossier”. Hij wil eerst weten waarom de afhandeling niet gewoon sneller kan.
Het stoort de Kamer zeer dat Van Huffelen zegt op dit moment nog geen planning te kunnen geven voor de afhandeling van de toeslagenaffaire. Pas over een maand denkt zij helder te hebben hoelang het duurt voordat gedupeerden compensatie kunnen verwachten. Ze wil geen beloftes doen waarvan ze niet zeker weet dat ze die kan nakomen.
Van Huffelen spreekt tegen dat ambtenaren de beoordeling van zaken bewust traineren uit vrees voor een precedentwerking, omdat de nasleep van de affaire anders te kostbaar zou worden. Berichten van die strekking zijn volgens haar „volstrekt onjuist”. Er is wel een inschatting gemaakt van het aantal gedupeerden, maar dat betekent niet dat er „een budget” is dat niet mag worden overschreden.