‘Flink minder vraag naar flexkrachten, maar snel herstel in 2021’
Door de coronacrisis daalt de vraag naar flexwerkers aanzienlijk, voorspellen economen van ING. Zij denken dat er in heel dit jaar ongeveer 20 procent minder vraag is dan vorig jaar. Daarmee is de terugval beduidend sterker dan tijdens de vorige crisis in 2009, toen in de flexbranche nog sprake van was van 13 procent krimp. Wel verwacht de bank dit keer een snel herstel.
In sectoren die hard worden geraakt door de coronacrisis, zoals de horeca en de luchtvaart, zijn veel oproep- en uitzendkrachten werkzaam. Het zijn met name de flexwerkers die als eerste worden ontslagen, constateren de deskundigen bij de bank.
Doordat bedrijven in de afgelopen maanden minder en soms geen werk hadden werd het flexibele personeel als eerste naar huis gestuurd. Zo nam het aantal flexwerkers in het tweede kwartaal af met 272.000 ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder, terwijl het aantal werknemers met een vast dienstverband bezien over dezelfde periode met 157.000 is toegenomen.
Wat ook meespeelt bij de krimp in de flexbranche is de begin dit jaar ingevoerde wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), die flexkrachten duurder maakt. Mede daardoor was in het eerste kwartaal al sprake van 8 procent krimp, terwijl de prijs van flexwerk tegen de trend in met 7 procent toenam.
ING verwacht dat de flexbranche in 2021 weer terug kan zijn op het niveau van eind 2019. „Hoewel de flexbranche hard is geraakt door de coronacrisis, kan de sector ook weer snel herstellen als de economische groei aantrekt”, stelt ING-econoom Katinka Jongkind. „Bedrijven huren bij groei veelal eerder flexibel personeel in dan dat ze direct vast personeel in dienst nemen, zeker gegeven de huidige onzekerheden. Een hogere prijs nemen ze op de koop toe.”