Havendirecteur Scholten onbevoegd voor 180 miljoen
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft de afgelopen twee jaar ten onrechte 180 miljoen aan bankgaranties afgegeven ten behoeve van bedrijven van Joep van den Nieuwenhuijzen. De president–commissaris Wim van Sluis bestrijdt de geldigheid van de bankgaranties. „Directeur Scholten heeft onbevoegd gehandeld”, zo verklaarde hij vrijdag.
Scholten verstrekte niet voor 100 miljoen maar voor 180 miljoen euro aan bankgaranties aan bedrijven van Joep van den Nieuwenhuijzen, zo constateerde de raad van commissarissen van het havenbedrijf. De havendirecteur was niet bevoegd om eigenmachtig zijn handtekening te zetten onder de miljoengaranties, zo bleek tijdens de presentatie van de tussenrapportage van accountantskantoorPriceWaterhouseCoopers.
Ruim 107 miljoen euro staat kan worden opgeëist door een vijftal banken. De Duitse Commerzbank en de Britse Barclays Bank hebben inmiddels respectievelijk 50 miljoen en 19 miljoen euro opgeëist bij de gemeente, waaronder het havenbedrijf voor de privatisering in januari viel.
Ook de Rabobank, Staal Bankiers en Achmea’s durfinvesteerder Residex hebben onder garantstelling van het havenbedrijf geld aan Van den Nieuwenhuijzen geleend. De leningen aan Staal en de Rabobank zijn vervallen, alleen Residex heeft nog een vordering op het havenbedrijf openstaan.
Van Sluis heeft de Barclays Bank gedagvaard in Nederland om een juridische strijd in Groot–Brittannië te voorkomen. Het havenbedrijf bestrijdt de geldigheid van de bankgaranties. „We hebben geen cent betaald en zijn dat ook niet van plan,” aldus Van Sluis.
Al in december 2002 spraken Scholten en Van den Nieuwenhuijzen af dat het havenbedrijf voor minimaal 100 miljoen euro garant zou staan ten behoeve van het conglomeraat Van den Nieuwenhuijzen. De onderpanden die Van den Nieuwenhuijzen tegenover de bankgaranties stelden zijn waardeloos, constateerde algemeen directeur ad interim Hans Smits.
Scholten verklaarde tegenover de onderzoekers dat hij in het belang van de Rotterdamse haven handelde.