Religie van Amerikaan: je goed voelen
De meeste Amerikaanse christenen geloven niet langer dat Jezus de enige weg tot verlossing is. Ze vinden het voldoende om een „goed mens” te zijn.
Dat blijkt uit een studie van de Arizona Christian University in Glendale naar de visie op zonde en verlossing. Het betreft de laatste uitkomsten van de Cultural Research Center’s American Worldview Inventory, een grootschalig onderzoek naar de denkwereld en opvattingen van Amerikanen.
Uit het onderzoek, geleid door het George Barna-instituut, blijkt dat twee derde van de Amerikaanse christenen het hebben van een bepaalde vorm van geloof belangrijker vindt dan het aanhangen van een specifiek geloof.
Iets meer dan de helft van de respondenten, afkomstig uit een breed spectrum van denominaties (protestant, rooms-katholiek, evangelisch, pinksterkerken), gelooft dat mensen verlost kunnen worden door „goed te zijn of goed te doen.”
Meer dan de helft (58 procent) gelooft dat er geen „absolute, morele waarheid” bestaat; 77 procent zegt dat de begrippen van goed en kwaad bepaald worden door andere factoren dan de Bijbel.
Volgens 59 procent van de respondenten is de Bijbel niet Gods gezaghebbende Woord en 69 procent zegt dat mensen „principieel goed” zijn.
Wie naar de dominante elementen in het Amerikaanse denken kijkt, ziet volgens onderzoeker George Barna dat de meeste mensen geloven dat „jezelf goed voelen” het doel van het leven is. „De meesten mensen beweren dat alle geloven van gelijke waarde zijn, dat het ingaan in Gods eeuwige tegenwoordigheid wordt bepaald door iemands persoonlijke keuze en dat er geen absolute waarheden zijn die ons in moreel opzicht leiden of doen groeien. Deze levensfilosofie strijdt met de twee belangwekkendste documenten van Amerika: de Bijbel en de Constitutie.”