Binnenland

„Uitstekend dat de basisvorming verdwijnt”

De Tweede Kamer zal minister Van der Hoeven van Onderwijs volgende week woensdag toestemming geven om de basisvorming definitief af te schaffen. Weg met de gedachte dat leerlingen in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs dezelfde lesstof moeten krijgen. PvdA-kamerlid Mariëtte Hamer legt uit waarom ook de PvdA zich erin kan vinden.

1 October 2004 11:50Gewijzigd op 14 November 2020 01:42Leestijd 4 minuten
De Tweede Kamer zal minister Van der Hoeven van Onderwijs volgende week woensdag toestemming geven om de basisvorming definitief af te schaffen. Weg met de gedachte dat leerlingen in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs dezelfde lesstof moeten kri
De Tweede Kamer zal minister Van der Hoeven van Onderwijs volgende week woensdag toestemming geven om de basisvorming definitief af te schaffen. Weg met de gedachte dat leerlingen in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs dezelfde lesstof moeten kri

De hoofdlijn van het PvdA-onderwijsbeleid was tot nu toe dat elk kind dezelfde lesstof moest ontvangen. Dat vloeide voort uit het principe dat iedereen gelijke kansen moest krijgen. Vooral in de jaren zeventig maakte dit denken in de PvdA furore. De middenschool zou het ideaal zijn.

Met de invoering van de basisvorming in het begin van de jaren negentig kreeg de partij alsnog een beetje haar zin. De bestaande schooltypen bleven, maar voor alle leerlingen golden dezelfde kerndoelen. Al snel bleek dat niet haalbaar te zijn. Voor vmbo-leerlingen was de stof te ingewikkeld en te omvangrijk. Voor havisten en vwo’ers was het te simpel. Verschillende keren werd het eisenpakket aangepast.

In eerste instantie ging de PvdA tandenknarsend akkoord met de veranderingen. Dat is sinds kort veranderd. Ook sociaal-democraten zien nu in dat elk kind zijn eigen talenten en capaciteiten heeft. Daarom is de PvdA nu voor differentiatie van lesstof en verzet zij zich niet tegen afschaffing van de basisvorming.

PvdA-kamerlid Hamer kan zich dan ook vinden in het pakket maatregelen dat minister Van der Hoeven voor de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs aan de Kamer heeft voorgelegd. „Kern daarvan is dat de scholen maatwerk aan hun leerlingen aanbieden. Het onderwijs zal meer dan nu aansluiten bij de capaciteiten, interesses en leerstijlen van kinderen. Het woord basisvorming verdwijnt. We spreken voortaan over de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Dat is uitstekend.”

Maar dat is toch iets heel anders dan hetgeen uw fractie voorstond? De basisvorming was het geesteskind van de PvdA.

„Dat is zo. Overigens was ook het CDA voor invoering van de basisvorming. Toen de PvdA pleitte voor gelijke kansen voor iedereen en voor uniformiteit in lesstof waren er grote verschillen tussen bevolkingsgroepen. De emancipatie van vrouwen kwam net van de grond en in veel gevallen werd de schoolkeus bepaald door afkomst en inkomenspositie van ouders. Wat dat betreft hebben we in de afgelopen 25 jaar een behoorlijke inhaalslag gemaakt.”

Maar achter uw onderwijsbeleid zat toch duidelijk ook de gelijkheidheidsideologie? Laat u dat nu los?

„Nee, we zijn nog voor gelijke kansen voor iedereen. Maar wat we hebben geleerd is dat het geven van gelijke kansen niet betekent dat iedereen dezelfde lesstof moet ontvangen. De ene leerling is meer gericht op het werken met de handen en de andere op kennis. Elk kind heeft zijn eigen capaciteiten en leerstijl. Gelijke kansen betekent nu voor ons dat elk kind gelegenheid moet krijgen om zijn capaciteiten ten volle te kunnen ontplooien. Het onderwijs heeft ons met deze omslag een handje geholpen. Er is nu veel meer dan vroeger sprake van didactiek die aangepast is bij de verschillende leerstijlen van kinderen.”

Hamer zou nog wel een stap verder willen gaan dan Van der Hoeven nu doet. „De minister pleit in haar plannen, die we volgende week woensdag bespreken, alleen voor differentiatie in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Ik zou basisscholen al de mogelijkheid willen bieden om in de groepen zeven en acht te beginnen met de differentiëren in lesstof. Sommige scholen zijn daar al mee bezig. In Amsterdam is een school die leerlingen waarvan bij voorbaat al vaststaat dat ze naar het vmbo gaan, geen Cito-toets laat doen.”

Maandag, tijdens een commissievergadering in de Kamer over de toekomst van het basisonderwijs en van het voortgezet onderwijs, zal het PvdA-kamerlid hier aandacht voor vragen. „Ik wil dus scholen niet de wet voorschrijven hoe ze op dit punt moeten handelen, want daar hebben we niet al te beste ervaringen mee. De overheid moet de scholen de ruimte gunnen. Als basisscholen dat oppakken loopt er een logische leerlijn naar de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Daarbij moet bij voorbaat vaststaan dat de leerlijn van het beroepsonderwijs gelijkwaardig is aan de leerlijn van havo/vwo.”

Minister Van der Hoeven stelt een behoorlijk uitgedund pakket aan onderwijsdoelen voor in de onderbouw van het voorgezet onderwijs ten opzichte van wat nu van kracht is. Volgens Hamer is dat wat de minister voorstelt nog te veel. „Ik wil een kleiner kerncurriculum, maar daarvan moet dan wel vaststaan dat iedereen dat daadwerkelijk kent. Van de overige kerndoelen die Van der Hoeven nu voorstelt, kun je van scholen vragen dat ze bijvoorbeeld 80 procent aan hun kinderen aanleren. Dan geeft je scholen pas echt de ruimte.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer