Column (ds. Belder): Heksenpraat
Plotseling stonden we oog in oog met een heks. We hadden misschien moeten schrikken, maar waren eerder vervuld van medelijden en schaamte. We leven immers in een schaamtecultuur, dus dat laatste was een gepaste reflex. Mijn vrouw opperde een petitie te starten om de regering te bewegen tot excuses aan de nabestaanden van de zwaar vervolgde heksenstand.
We liepen haar tegen het lijf in ’s-Heerenberg, vlak bij het kasteel. Machteld ten Ham. Jaren geleden in brons gegoten. Of die bezemsteel en opstijgstand haar recht doen, betwijfelde ik. Machteld beschikte over bijzondere gaven. Nooit ongevaarlijk. Zo nu en dan blikte ze diep in onheilspellende verten. Conform het weelderig woekerend bijgeloof hield men haar al ten spoedigste voor een heks.
Dat pikte Machteld niet. Ze wendde zich tot de autoriteiten en vroeg de vroede vaderen om een heksenproef. De heren voelden daar niet voor. Waarom reisde Machteld niet naar Oudewater –niet per bezemsteel natuurlijk– om er zich in de heksenwaag te laten wegen? Dan zou haar onschuld wel aan het licht treden en gold de zaak als afgedaan. Maar Machteld drong aan op een eerlijk proces in ’s-Heerenberg. Zij kreeg dat ten slotte gedaan, werd in De Laak bij Azewijn geworpen, maar… bleef drijven, wellicht vanwege de lucht onder haar kleding. Het bewijs was geleverd: Machteld was een heks. Op 25 juli 1605 werd ze levend verbrand op het marktplein. „Waarschijnlijk is Machteld ten Ham geen echte heks geweest…”, aldus de begeleidende tekst bij haar beeltenis.
Enkele jaren later vond de (vermoedelijk) laatste heksenverbranding in Nederland plaats. Maar liefst 64 heksen gingen in één maand in Roermond in vlammen op.
Had paus Innocentius VIII (1432-1492) alle heksenverhalen maar naar het land der fabelen verwezen. Hij maakte het echter nog erger door te beweren dat heksen echt bestaan. Dus stuurde hij er de inquisitie op af. Heksen golden immers als aanhangers van de duivel.
Hoe vaak bezweek de kerk niet voor de macht van bijgeloof, ongeloof, tijdgeest en de roep van het volk?! Dat hebben heksen, homo’s, Joden en oprechte gelovigen maar al te vaak ervaren.
Vandaag laten heksen opnieuw van zich horen. Je schijnt zwarte en witte exemplaren te hebben. Oei! Her en der hebben ze hun ontmoetings- en cultusplaatsen. Naar zeggen ook bij het Solse Gat in het Speulderbos tussen Putten en Garderen. Ooit moet daar een duivelsklooster hebben gestaan. „Ik vind het maar een vreemd spul”, zei een Veluwnaar bedachtzaam. En of hij gelijk heeft.