Veel vergeving
Jesaja 55:7
„De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de Heere, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.”
De duivel handelt gemeen en zegt: „God heeft een weg tot de zaligheid aangewezen en u hebt de middelen hiertoe gehad en er geen voordeel door verkregen. Daarom zal God u geen barmhartigheid meer bewijzen, noch genade schenken.” Maar hoe kan hij dat weten? Voorwaar, alle duivels in de hel kunnen dat niet zeggen. Zeg tegen uw eigen ziel: „Laat mij wandelen in de door God voorgeschreven en bepaalde weg en doen hetgeen mij betaamt.” Dan mag ik zeggen met vertroosting: „Wie weet? God alleen kan het hart van een trotse, weerspannige en koppige zondaar, zoals dat van mij, wel breken.” Waarlijk, dat kan niemand anders, maar God weet het hoe of wat. U moet de rijkdom van Gods liefde en de zoetheid van Zijn zaligmakende genade niet afmeten aan uw eigen denkbeelden. En denk ook niet dat God, omdat u dit niet kunt bevatten, het daarom niet wil doen. Want de profeet Jesaja zegt: „De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten.” Dat wil zeggen: u, goddelozen, en u, die ontuchtig hebt geleefd, keer u af van uw verdorven wegen en van uw ijdele gedachten en Hij zal u overvloedig genade bewijzen. De Heere zegt: „Ik kan overvloedig vergeven, want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet Mijn wegen.”
Thomas Hooker, predikant te Hartfort (Amerika)
(”De arme twijfelende christen genaderd tot Christus”, 1660)