Commentaar: Rijke les
Het Amerikaanse onderzoeksbureau Pew Research Center in Washington publiceerde deze week het rapport ”The Global God Divide”. Daarin werd wereldwijd onderzocht hoe mensen denken over de vraag of „geloof in God” een voorwaarde is voor ethisch handelen. Ook werd bekeken hoe belangrijk God en gebed in het leven van de ondervraagden zijn.
Je zou kunnen zeggen dat het onderzoek een graadmeter is voor de religieuze betrokkenheid van de wereldbevolking. Daarbij moet wel aangetekend worden dat de onderzoekers geen onderscheid maken tussen de verschillende godsdiensten of tussen God en Allah.
Toch is het interessant en leerzaam om naar de uitkomsten van het onderzoek te kijken. Bijna twee derde van de ondervraagden (61 procent) geeft aan dat God „een belangrijke rol” speelt in zijn of haar leven, al zijn dit zeker niet alleen maar christenen. Maar de verschillen tussen werelddelen zijn groot. Op de Filipijnen vindt bijvoorbeeld 96 procent van de bevolking dat geloof in God een voorwaarde is voor moreel juist handelen. In Zweden ligt dat percentage op 9.
Daarmee wordt een scheidslijn zichtbaar, die de onderzoekers ook benoemen. Mensen in arme(re) landen zijn veelal religieuzer dan in rijke landen. Met andere woorden: het welvarende deel van de wereld waant zich minder afhankelijk van God dan het minder bedeelde. West-Europa is wat dit betreft koploper.
Zorgelijker is de trend die in het rapport zichtbaar wordt: de secularisatie zet zich hier door. Met name in rooms-katholieke landen als Spanje, Italië, Polen en Frankrijk is sprake van een sterke afname van het aantal mensen dat zegt dat God belangrijk is in hun leven. Tegelijk is het zo dat ‘protestantse’ landen als Zweden en Nederland op dit punt tóch al laag scoorden.
De apostel Paulus schrijft in zijn eerste brief aan Timotheüs: „Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in de strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang.” Rijkdom is niet verkeerd, maar er schuilt een groot gevaar in. Als we alles hebben wat ons hart begeert en controle over ons leven (en zelfs over ons sterven) denken te hebben, lopen we het gevaar dat we God niet meer nodig hebben in ons leven. Denk aan het gebed van Agur uit Spreuken 30. Wat dat betreft laat de coronacrisis ons hardhandig zien dat we zeer kwetsbare mensen zijn.
Als het besef verdwijnt dat we onze rijkdom en welvaart aan God hebben te danken, zullen we ook eerder geneigd zijn om ons ‘bezit’ te verdedigen. Het individualisme heeft ertoe geleid dat we het delen van onze welvaart goeddeels zijn verleerd. En dat gaat ook aan westerse christenen niet voorbij. We geven van onze overvloed, maar komen over het algemeen niet tekort.
De eerste christenen hadden alle dingen gemeenschappelijk (Hand. 4:32). Juist omdat ze zicht hadden op de rijkdom van een beter vaderland, werden ze hier op aarde mededeelzaam.
Hoofdredactie