Israël Ingezoomd: Netanyahu ligt steeds vaker onder vuur van demonstranten
Demonstranten trokken dinsdagavond massaal de straat op om het aftreden te eisen van de Israëlische premier Netanyahu. Vooral de rellen in Jeruzalem waren ongekend hevig.
Een journalist beschreef het strijdtoneel tussen politie en demonstranten als „een oorlogszone.” De politie duwde vijftig demonstranten in de arrestantenbus.
Ook elders in Israël zijn voortdurend ontevreden burgers op de been. Voor zaterdagavond is opnieuw een massademonstratie gepland bij het strand van Tel Aviv.
Belangrijke motieven om te demonstreren zijn onvrede over het feit dat Israël een premier heeft die justitie van corruptie verdenkt. Oud-generaal Amir Haskel is het hoofd van de anticorruptiebeweging Zwarte Vlag. Hij begon zijn protestacties in oktober 2016. Wat hem ook de straat op brengt, is dat Israël in snel tempo verandert in een binationale Israëlisch-Palestijnse staat. „Dat is het einde van de zionistische droom van een Joodse en democratische staat”, zegt hij.
Waar hij zich ook kwaad over maakt, is dat Netanyahu het land verdeelt door de ene groep tegen de andere op te zetten. Ook is hij ervan overtuigd dat er een aanval op de democratische waarden plaatsheeft.
Dat de politie hem twee week geleden oppakte, heeft zijn populariteit vergroot. „Sindsdien zijn de media zeer in mij geïnteresseerd. Stapje voor stapje bereik ik een groter publiek.”
De laatste weken blijkt bij de demonstraties ook onvrede over de wijze waarop de regering de coronacrisis aanpakt. Jongeren zijn bezorgd over hun toekomst. Bijna een miljoen burgers zijn werkloos. Ondernemers zien hun investeringen in rook opgaan, eigenaren van winkels en restaurants hebben moeite het hoofd boven water te houden. Wie geen baan of spaargeld heeft, heeft alle reden ’s nachts naar het plafond te staren. De regering belooft weliswaar uitkeringen, maar deze zijn te gering en vaak alleen te verkrijgen na bureaucratische rompslomp.
Minister Tzachi Hanegbi (Likud) illustreerde hoe ver een bewindsman van de gewone burger af kan staan. Toen hem tijdens een talkshow werd gevraagd wat hij van plan is te doen voor Israëliërs die niet genoeg geld hebben om eten te kopen, zei hij dat het „nonsens” is dat mensen niets te eten hebben. Al voordat de coronacrisis uitbrak, was voedselonzekerheid een probleem bij een op de vijf burgers. Hijzelf is minister zonder portefeuille en heeft dus een onnodige baan in het mammoetkabinet van 36 ministers.
Bij een opiniepeiling van het Guttman Centrum van het Israël Instituut voor Democratie bleek dat het vertrouwen in premier Netanyahu is gezakt van 57,5 procent van de bevolking op 1 april naar 29,5 op 12 juli. Een groot geluk voor Netanyahu is dat hij geen concurrent heeft in eigen partij. De oppositiepartijen zijn te klein en hebben te weinig invloed.
De oppositie zal voorlopig uit rechtse kring moeten komen. Mogelijk is er een begin. Netanyahu neemt de beslissingen en de coronacommissie in de Knesset mag die naderhand goedkeuren. Voorzitter Yifat Shasha-Biton (Likud) werd geacht akkoord te gaan met het besluit de zwembaden en sportzalen weer te sluiten vanwege het oplaaiende virusgevaar. Ze eiste cijfers over besmettingen. Toen het ministerie van Gezondheid die niet kon geven, koos de commissie ervoor de voorzieningen voorlopig open te houden.