Europese Commissie verliest Ierse belastingzaak Apple
De Europese Commissie heeft in 2016 ten onrechte de Ierse regering gelast 13 miljard euro ‘achterstallige’ belasting van de Amerikaanse techgigant Apple te innen, plus rente. Dat oordeelt het Gerecht van de Europese Unie in een zaak die Ierland en Apple hadden aangespannen. Zij eisten nietigverklaring van het commissiebesluit en dat doet het gerecht nu.
De commissie startte in 2014 een onderzoek naar vermeende voordelige afspraken, zogenaamde rulings, van de Ierse belastingdienst met de in Ierland gevestigde bedrijven Apple Sales International en Apple Operations Europe. In 2016 concludeerde ze dat Apple dankzij een ruling in 1991 die tot 2007 geldig was en vervolgens werd vervangen door een nieuwe afspraak die in 2014 afliep, gedurende vele jaren beduidend minder belasting hoefde te betalen dan andere bedrijven. Dat kwam volgens het dagelijks EU-bestuur neer op illegale staatssteun. Volgens commissaris Margrethe Vestager (Mededinging) had Apple daardoor in 2014 slechts 0,005 procent over de winst hoeven afdragen. Ze droeg Dublin op het bedrag dat volgens Brussel normaal gesproken had moeten worden betaald, 13 miljard euro, alsnog te innen, plus rente.
Het gerecht, onderdeel van het Europees Hof van Justitie, stelt nu in zijn uitspraak dat de commissie niet heeft aangetoond dat de twee Apple-bedrijven door de Ierse fiscus zijn voorgetrokken en ook niet dat het belastingvoordeel 13 miljard euro bedroeg. Daarom wordt het commissiebesluit geannuleerd. De commissie kan tegen de uitspraak in beroep gaan.
De zaak bij het gerecht werd in 2016 aangespannen door de Ierse regering die weigerde tegemoet te komen aan de Brusselse eis om de ‘achterstallige’ belasting bij Apple te innen. Daar sloot Apple zich bij aan. Vervolgens stapte ook de commissie naar de Europese rechters in Luxemburg. In 2018 kwamen alle partijen alsnog overeen het geld op een geblokkeerde rekening te storten, in afwachting van de uitspraak van het gerecht. De commissie trok haar rechtszaak daarop in.
De uitspraak is een zware klap voor de commissie, die ook al in twee andere belastingzaken geen gelijk kreeg van de EU-rechters. Zo vernietigden ze in september het besluit dat Nederland ruim 25 miljoen euro belasting moest navorderen van de Amerikaanse koffieketen Starbucks. Wel won de commissie een zaak over belastingafspraken van Fiat Chrysler met de Luxemburgse fiscus.
Apple verwelkomt de uitspraak en verklaart tegenover persbureau Bloomberg dat de iPhone-producent „de afgelopen tien jaar wereldwijd meer dan 100 miljard dollar aan vennootschapsbelasting heeft betaald en tientallen miljarden aan andere belastingen.” Het Ierse ministerie van Financiën verklaart dat Ierland „altijd duidelijk is geweest dat er geen speciale behandeling was” voor de twee Apple-dochters.
Vestager verklaart de uitspraak te gaan bestuderen voor ze over „nadere stappen” besluit. Ze wijst erop dat het gerecht in eerdere uitspraken heeft bevestigd dat lidstaten bij hun belastingwetgeving de Europese staatssteunregels moeten respecteren. Ook geeft de commissie het gevecht tegen „agressief fiscaal beleid” niet op, schrijft Vestager.