Löfven beklemtoonde het Zweedse standpunt dat het beoogde herstelfonds van 750 miljard euro de basis moet vormen voor zachte leningen voor landen die het geld voor het herstel in de coronacrisis hard nodig hebben. Zweden is volgens Löfven tegen het verlenen van subsidies uit dat fonds. Maar Löfven wil niet dat de kwestie zich gaat voortslepen en wil niet met een veto dreigen. „We willen onderhandelen over een oplossing en niet om ’nee’ te zeggen”,aldus de Zweedse regeringsleider.

Net als pas zijn Nederlandse collega Rutte suggereert hij dat er wel over subsidies is te praten. „Het voornaamste geschil gaat over de omvang van de subsidies”, zei Löfven in een persconferentie samen met Sánchez. Premier Rutte was naar eigen zeggen niet hoopvol ten aanzien een akkoord aan het einde van deze week. De EU-top is vrijdag en zaterdag. Hij is in beginsel ook tegen subsidies en wil strenge voorwaarden stellen aan het gebruik van het geld uit het Europese noodfonds. Ruitte benadrukte het recht van Nederland een veto uit te spreken.

Denemarken, Oostenrijk, Nederland en Zweden staan bekend als de ‘zuinige vier’. Ze verzetten zich tegen giften uit het fonds. Spanje en Italië dringen op grond van een noodsituatie juist aan op subsidies en eisen zo snel mogelijk een akkoord. In het oorspronkelijke plan zou twee derde van het fonds in subsidies worden verstrekt en de overige 250 miljard in leningen. Alle 27 lidstaten moeten instemmen. De zuinige vier vrezen dat het geld in de zwaar getroffen Zuid-Europese landen niet echt in stimulering van de economie terechtkomt, maar dat ze er gaten in hun begroting mee dichten.