‘Veel huishoudens hebben te weinig geld achter de hand’
Veel huishoudens hebben te weinig financiële reserves om een inkomensval als gevolg van de crisis op te vangen. Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft ruim 20 procent van de huishoudens minder dan 2500 euro opzij staan. Daartegenover heeft 2 tot 4 procent van de huishoudens meer dan 250.000 euro tot zijn beschikking.
Met name jongeren, flexwerkers en zelfstandigen zijn kwetsbaar in crisistijd, benadrukt de AFM nog maar eens. Huishoudens zijn doorgaans iets meer dan de helft van het inkomen kwijt aan vaste lasten. Bij eenoudergezinnen, huishoudens met een hoofdkostwinner jonger dan 35 jaar, lage-inkomensgroepen en flexwerkers loopt dat op van twee derde tot driekwart van het inkomen.
De AFM wijst op een drietal risico’s dat met name jongeren en flexwerkers lopen. Naast een grotere kans op werkloosheid, en de relatief hoge vaste lasten hebben zij ook amper geld achter de hand om op terug te vallen. Zelfstandig ondernemers hebben over het algemeen hogere buffers, maar met het verlies van opdrachtgevers is de inkomensterugval tot bijstandsniveau veel ingrijpender.
Overheidsingrijpen biedt maar tijdelijk soelaas, zo klinkt het. Vroeg of laat zal de recessie zich laten voelen op de arbeidsmarkt en komt het aan op de financiële weerbaarheid van huishoudens, aldus de toezichthouder. Het bieden van een betaalpauze of een andere regeling, lost volgens de AFM problemen ook niet altijd op. Het zou in sommige gevallen zelfs voor financiële problemen op lange termijn kunnen zorgen.
Huishoudens zouden als kostenbesparing kunnen kiezen voor het opzeggen van verzekeringen terwijl zelfstandigen mogelijk hun pensioeninleg verlagen. Verder bestaat het risico dat bestaande kredietlijnen opdrogen, onder andere door strenge regels. Daardoor wenden huishoudens zich mogelijk tot illegale of niet-gereguleerde ‘kredieten’.