Veel ultrafijnstof in de lucht in Wijk aan Zee
In het dorp Wijk aan Zee zitten relatief veel ultrafijnstofdeeltjes in de lucht. De gemiddelde concentratie komt in de buurt van die op drukke verkeerspunten in grote steden, zo blijkt uit metingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Inwoners van Wijk aan Zee maken zich al jaren zorgen over de gevolgen van de uitstoot van de nabijgelegen industrie, met name van staalbedrijf Tata Steel. Dat was voor de provincie Noord-Holland aanleiding om het RIVM opdracht te geven voor metingen. De woensdag gepubliceerde resultaten zijn van een eerste „verkennende meting”.
Gemiddeld was het aantal deeltjes in Wijk aan Zee ruim 29.000 per kubieke centimeter. In een woonwijk in Amsterdam-West, waar het RIVM ter vergelijking ook mat, waren dat er ruim 17.500. De lucht in Beverwijk bleek net iets meer ultrafijnstof te bevatten dan die in Amsterdam-West, in IJmuiden zat beduidend minder ultrafijnstof in de lucht.
Volgens het onderzoek is de concentratie ultrafijnstof in Wijk aan Zee het hoogst als de wind uit het zuiden of zuidwesten komt. Ten zuidwesten van Wijk aan Zee ligt het grote industriegebied waar onder meer de staalindustrie is gevestigd. Ook is daar veel zwaar transport en scheepvaart. Welk aandeel van welke bron komt kan het RIVM niet bepalen op basis van de metingen.
Langdurige blootstelling aan fijnstof kan onder meer leiden tot een verminderde longfunctie en vroegtijdige sterfte aan long-, hart- en vaatziekten, aldus het RIVM. Voor fijnstof in de lucht bestaan Europese normen. Die zijn er echter niet voor de allerkleinste deeltjes, het ultrafijnstof. Het ontbreekt aan kennis over de schadelijkheid daarvan.