Gegijzelde vrouwen terug in Italië
In heel Italië werd dinsdagavond de vrijlating en de veilige terugkeer gevierd van de twee Italiaanse hulpverleensters die drie weken lang in Irak werden gegijzeld. De vrouwen, wereldwijd bekend geworden als de ”twee Simona’s”, kwamen dinsdagavond om 23.00 uur aan op een militair vliegveld in Rome, waar het Colosseum ter ere van hen in goud licht was gevat.
De twee 29-jarige vrouwen, Simona Pari en Simona Toretta, kwamen lachend van de vliegtuigtrap op het vliegveld Ciampino bij de Italiaanse hoofdstad. Ze werden opgewacht door familieleden en premier Silvio Berlusconi, die eerder gisteren de eer had gehad aan zijn land bekend te maken dat de vrouwen waren vrijgelaten.
De twee Simona’s werden op 7 september samen met twee Iraakse collega’s ontvoerd. Zij werkten voor de Italiaanse hulporganisatie Un Ponte Per aan onderwijs- en waterprojecten in Irak. Twee extremistische groepen meldden vorige week dat zij waren onthoofd, maar aan die boodschap werd toen al getwijfeld.
Het Arabische televisiestation Al-Jazeera meldde de vrijlating als eerste en toonde zelfs beelden van de vrouwen toen zij kort na hun vrijlating hun zwarte gezichtsbedekkende sluiers afdeden en in de camera lachten. Ook de twee Iraakse medewerkers van de Italiaansen bleken te zijn vrijgelaten. Luciano Pari, de vader van Simona Pari, bedankte Al-Jazeera en de Arabische wereld, die in moeilijke tijden vriendschap had getoond jegens de familie en Italië.
Meteen nadat het nieuws over de vrijlating van de vrouwen bekend was geworden, was het in heel Italië feest. Drommen mensen verdrongen zich bij de huizen van de vrouwen om hun familie geluk te wensen. Het Vaticaan deelde mee dat paus Johannes Paulus II vervuld was van „grote vreugde.”
Berlusconi ging naar het parlement om een toelichting te geven op de vrijlating. Hij bedankte de inlichtingendiensten van de buurlanden van Irak, waaronder Jordanië. De Jordaanse koning Abdullah II was dinsdag in Rome. Berlusconi bedankte ook de oppositie voor de steun aan de pogingen van de regering om de twee vrouwen vrij te krijgen. „Heel Italië -de meerderheid en de oppositie- heeft een goede demonstratie van eenheid gegeven.”
De Koeweitse krant al-Rai al-Amm meldde dat er een miljoen dollar losgeld was betaald voor de vrijlating van de twee vrouwen, waarvan het eerste deel op maandag was voldaan. Berlusconi ontkende dat echter en zei dat de twee enkel door het goede humanitaire werk van het Rode Kruis waren vrijgekomen. De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Franco Frattini, zei dat er alleen door de twee vrouwen zelf losgeld was betaald, namelijk de hulp die zij hadden geboden bij de wederopbouw van Irak.