SER: bouw inzet biomassa voor elektriciteit en warmte af
Het verbranden van biomassa als hout voor het opwekken van energie zoals elektriciteit en warmte moet worden afgebouwd, raadt de Sociaal-Economische Raad (SER) aan. In plaats daarvan moet biomassa, dat overigens biogrondstoffen moet worden genoemd volgens de raad, worden ingezet als grondstof voor de chemie en materialen.
SER-voorzitter Mariëtte Hamer zei bij de presentatie van het advies dat dit niet zonder slag of stoot tot stand is gekomen. „Het was en is nog steeds een gepolariseerd dossier”, zei ze over de biomassadiscussie. Ook politiek blijft het onderwerp gevoelig, maar dat mag niet voor vertraging zorgen, vindt Hamer: „Ik zou zeggen: kabinet, ga aan de slag”, zei de voormalig PvdA-politica woensdag.
Ed Nijpels, die zich bij de SER over klimaatonderwerpen buigt, benadrukt dat biomassa wel nodig is in de energietransitie. „De discussie is dus niet óf, maar waar, wanneer, hoelang en hoeveel we biogrondstoffen in de toekomst nog gaan gebruiken.”
Het verbranden van organische materialen kan op allerlei manieren worden ingezet en de ene manier levert meer klimaatwinst op dan de andere.
De SER ziet een onderscheid tussen ‘laagwaardige’ en ‘hoogwaardige’ toepassingen van biomassa, afhankelijk van hoe duurzaam de grondstof en het gebruik ervan is en de vraag of er een schoner alternatief binnen bereik is. Het opwekken van elektriciteit door het verbranden van hout is een ‘laagwaardige’ toepassing, terwijl het maken van bioplastic uit organische grondstoffen als ‘hoogwaardig’ wordt gezien.
Ertussen zit overigens ook een categorie van toepassingen die nog wel even als overbrugging kunnen worden gebruikt, maar die ook uiteindelijk aangepast moeten worden. De SER denkt bijvoorbeeld aan het gebruik van biomassa voor de lucht- en scheepvaart. Dat kan bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen zolang er nog geen beter alternatief in zicht is.
Het kabinet moet ook kijken of het de vraag naar biogrondstoffen kan verminderen, vindt de adviesraad. Ook moeten er duidelijke spelregels komen over wanneer het gebruik van biomassa als duurzaam en eerlijk wordt gezien.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Milieu) nam het rapport in ontvangst namens het kabinet. De SER brengt de slepende biomassadiscussie naar een „nieuw hoofdstuk”, zei ze in een reactie. Het advies bevat „stevige principes waarop je de energietransitie kan bouwen op de lange termijn”. Het kabinet komt na de zomer met een inhoudelijke reactie op de aanbevelingen.