Cultuur & boeken

”Alfabet” van Charlotte Dematons tekstloos, en toch vol woorden

Het is een boek waar je letterlijk uren in kunt kijken. Met ”Alfabet” zet illustratrice Charlotte Dematons opnieuw iets unieks neer. Het grappige: het boek is tekstloos, maar lokt juist uit om intens met taal bezig te zijn.

Mariëlle Oussoren-Buys
6 July 2020 16:06Gewijzigd op 16 November 2020 19:47
Plaat uit ”Alfabet". beeld Charlotte Dematons
Plaat uit ”Alfabet". beeld Charlotte Dematons

In feite is het een eenvoudig idee: een prentenboek maken met zesentwintig platen, voor elke letter van het alfabet één. Waarbij dan op elke plaat alleen woorden mogen staan die beginnen met de desbetreffende letter. Maar vergeet het maar, het was een monsterklus voor Charlotte Dematons (1957).

De illustrator uit Haarlem maakte faam met haar prentenboeken ”De gele ballon” (2003), ”Sinterklaas” (2007) en ”Nederland” (2012). Minutieus getekende overzichtsplaten, vaak van bovenaf, zijn inmiddels haar handelsmerk geworden. Haar boeken groeiden uit tot standaardwerken. Er gingen van zowel ”Sinterklaas” als ”Nederland” ruim tweehonderdduizend exemplaren over de toonbank, en met het recent verschenen ”Alfabet” zal dat niet anders zijn. De gratis beschikbare app, digibordomgeving en de website alfabetboek.nl maken het boek breed inzetbaar.

Handwerkwinkel

Het maken kostte de illustratrice –ze heeft een Franse vader en groeide in Frankrijk op– drie jaar. Zo’n beetje dag en nacht was ze bezig, zei ze onlangs in een interview in radioprogramma Opium. Ga er ook maar aanstaan: naast het tekenen zelf (en Dematons houdt van volle prenten met veel priegelplaatjes) moest ze veel research doen. Ze werkte woordenboeken door, maakte voor elke letter lijsten met woorden die ze zou kunnen gebruiken. Want lang niet elk woord is geschikt om te tekenen. En als het wél te tekenen is, kunnen er zomaar nieuwe problemen opduiken.

Het begon meteen bij de ”a” al, gaf Dematons in diverse interviews aan. Ha, leuk, ik ga een apenrots tekenen, dacht ze. Maar ja, „hoe doe je dat? (…) Er is geen aap die aap heet.” Apen hebben immers een naam: doodshoofdsaap of gorilla, vertelde de illustrator in een uitgebreide uitzending van de Grote Vriendelijke Podcast, de podcast over kinderboeken. Gelukkig liep ze in die periode langs een handwerkwinkel. In de etalage zat de oplossing: een familie gehaakte en gebreide apen.

En dus is de rots nu bevolkt door apenknuffels. Eentje met armbanden om, eentje die accordeon speelt, twee die een enorme aardbei afwassen, en een aapje dat de poster (of zou het een ansichtkaart zijn?) van een aquaduct van het aanrechtkastje afscheurt. Om de apenrots kringelt een achtbaan met onder meer een ambulance en een autoped. En helemaal op de top van de rots is de ark van Noach gestrand. Zonder giraffes en olifanten, maar met twee ara’s, twee aalscholvers en twee alpacas’s. En in deze wirwar van ‘woorden’ kun je als lezer dan ook nog op zoek naar de zwart-witgestreepte letterdief, die het kaartje met de letter van de pagina wil stelen.

Mozart en monopoly

De gedreven illustratrice legde de lat aanvankelijk enorm hoog: álle woorden die te tekenen waren moesten erin komen. Dat is niet helemaal gelukt (de hobo en de harp missen bijvoorbeeld bij de letter ”h”, daar werd ze inmiddels al fijntjes op gewezen), maar Dematons ging wel ver in haar streven naar volledigheid. Het boek telt meer dan 3000 woorden die in beelden zijn gevangen. Zo kom je bij de ”m” een molen tegen, maar ook Mozart, monopoly, een muuranker en een moeflon op een motortje.

Wie via de app de telefoon of tablet op een pagina richt, ziet álle woorden in beeld verschijnen. Dan blijkt meteen dat de invloed van de letters verder reikt dan alleen de voorwerpen. Zo is er één aapje dat ”achterstevoren” zit en ”alleen” is. De mogelijkheden zijn op die manier vrijwel eindeloos: neem de ”k”: daar knuffelen en kussen de kleuters in de kring elkaar. Eén kleuter is kaal, wat een verwijzing is naar ”kanker”.

Pieten

In radioprogramma Opium vertelde Dematons een anekdote over de s-plaat. Omdat ze de stoomboot van Sinterklaas tekende, had ze water nodig. „Dat kon niet, want dat hoort bij de ”w”. „Nou ja”, zei m’n vriendin toen, „dan varen ze toch gewoon door de sinaasappelsap!”” En inderdaad, om de boot heen (en om de surfplank, het sup-board en de speedboot), kabbelt iets oranjes. Overigens zijn er ook geen Pieten, maar (witte) schapen. Waarmee Dematons, gezien de racismediscussie, twee vliegen in één klap slaat. Haar ”Sinterklaas”, waarin de Pieten nog zwart waren, wordt op haar verzoek trouwens al een paar jaar niet meer herdrukt.

Die voorbeelden maken wel duidelijk dat Dematons met dit boek een tot in de puntjes doordacht concept neerzet. Waardoor het ook echt uitdagend is en blijft. Want die grote slak die in een wijnglas probeert te klimmen, waarom staat die bij de ”w”? En wat is dat kettinkje met een kruisje eraan bij de ”r”? Kinderen uit een rooms-katholiek milieu zullen het weten, veel anderen niet. Maar wat geeft het? Het levert zomaar iets op om over door te praten. En zo verbreedt het boek je horizon, terwijl je er alleen maar voor hoeft te genieten van prachtige illustraties.

Boekgegevens

Alfabet, Charlotte Dematons; uitg. Hoogland & Van Klaveren, € 24,90

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer