Brussel ontvouwt plannen tegen jeugdwerkloosheid
Jongeren moeten alle kansen krijgen om zich te ontwikkelen en een plaats te vinden op de arbeidsmarkt. De Europese Commissie heeft woensdag plannen gepresenteerd om deze generatie die het extra moeilijk heeft in coronatijd, extra steun te geven met bijvoorbeeld stageplekken, opleidingen en trainingen.
Lidstaten moeten hiervoor minstens 22 miljard euro aan EU-investeringen goedkeuren en daar is haast bij, maant het dagelijks EU-bestuur. Dat heeft voorgesteld meer geld hiervoor uit te trekken in de EU-begroting en het herstelfonds om de Europese economie op gang te trekken.
Van de jongeren in de EU had in april ruim 15 procent geen baan. Dat is ruim het dubbele van de algemene werkloosheid en dreigt snel toe te nemen nu bedrijven het moeilijk hebben vanwege de coronacrisis. In 2013 lag de jeugdwerkloosheid overigens nog op bijna een kwart.
„Nu is de tijd om de broodnodige hervormingen door te voeren van de steunmaatregelen die we jongen mensen aanbieden”, zegt EU-commissaris Nicolas Schmit (Banen en Sociale Rechten). „Dat zijn we verplicht aan de miljoenen afgestudeerden en zij die zich al begeven op de arbeidsmarkt.”
De plannen bouwen voort op de EU-garantie uit 2013 waarmee jongeren die zich aanmelden binnen vier maanden een opleiding, stage, training of werk krijgen aangeboden. Daarmee is de afgelopen jaren een brug naar de arbeidsmarkt geboden voor 24 miljoen jongeren, aldus de commissie. Dat programma gold voor jongeren tussen de 15 en 25 jaar en wordt nu uitgebreid naar 29 jaar.
Zij krijgen bijvoorbeeld cursussen, advies, begeleiding en mentoren aangeboden, vooral om hen klaar te stomen voor de groene en digitale economie. Kleinere bedrijven kunnen bonussen krijgen als ze trainees aannemen. Ook jongeren die een eigen bedrijf willen opzetten krijgen extra ondersteuning. De voorstellen voorzien in meer aandacht voor kwetsbare groepen, zoals jongeren uit etnische minderheden en achterstandsgebieden of met beperkingen.
De Europese Commissie ontvouwde ook voorstellen voor het bij- en omscholen van werknemers. De bedoeling is dat mensen daarmee via ‘levenslang leren’ vaardigheden worden bijgebracht waarmee ze kunnen doorgroeien op de arbeidsmarkt. Over vijf jaar moeten er 540 miljoen trainingsactiviteiten zijn gerealiseerd voor volwassenen. Het EU-budget kan daarbij worden gebruikt om publieke en private investeringen hiervoor los te trekken.
De lidstaten moeten de plannen nog goedkeuren en omzetten in nationale regelingen.