Vloedgolf aan columns staat echte opdracht krant in de weg
Een duidelijke scheidslijn tussen persoonlijk gekleurde columns en naar objectiviteit strevende artikelen van de vaste redactie is een levensvoorwaarde voor een onmisbaar medium in de huidige samenleving.
De toename van het aantal columns in Nederlandse dagbladen is een markant verschijnsel van de laatste twintig jaar. Ook daarvóór waren er columns. J. H. Heldring bijvoorbeeld was jarenlang een vermaard columnist van NRC-Handelsblad. Nu zijn er Nederlandse kranten met maar liefst 21 columnisten. De column is steeds meer het gezicht van de krant gaan bepalen. De vraag is of deze vloedgolf de echte opdracht van de krant in de weg staat of bevordert. Ik denk het eerste.
Uitzoekerij
Waarom lezen wij een krant? Ongetwijfeld bovenal om te weten welke belangrijke ontwikkelingen in land en wereld plaatsvinden en hoe we die door middel van analyses kunnen plaatsen in grotere zinsverbanden. Van de journalist verwacht de krantenlezer dat deze zich zo goed mogelijk heeft geïnformeerd, betrouwbare bronnen aanboort, met degelijk gerechercheerde feiten komt en de lezer niet met eigen verzinsels of emoties voor de voeten loopt.
Wanneer bijvoorbeeld de politieke lijn van premier Johnson van Groot-Brittannië onderwerp van een achtergrondartikel is, hoeven zijn vriendin en zijn toekomstige vaderschap er niet bij gehaald te worden. Uiteraard tenzij deze gegevens van belang zijn voor Johnson’s politieke standpunten. Een ander voorbeeld: wanneer de toekomst van Tata Steel in IJmuiden thema is van een artikel, heeft de lezer niets aan geruchten en zorgen van toevallige werknemers. De lezer wil weten waar de beslissingen voor Tata Steel vallen en wie in India of elders die besluiten over sluiten of moderniseren neemt. En vooral: waarom die vestiging kleiner moet worden in relatie tot de verlies draaiende fabriek van Tata Steel in Engeland. Een enorme uitzoekerij, maar zeer lonend voor de naar informatie zoekende lezer.
Gevoelsband
De column is de adempauze bij het kranten lezen. Een individuele schrijver geeft in veel gevallen commentaar bij het nieuws vanuit een eigen gezichtspunt. Of de schrijver geeft een hoogstpersoonlijke ervaring (bijvoorbeeld het gedrag van medereizigers in de trein) weer en legt daarbij haar of zijn gevoelens bloot. Of die gevoelens aanspraak kunnen maken op gemeenschappelijkheid is niet primair van belang. De columnist blaast stoom af en ziet daarna wel of er medestanders zijn.
De praktijd heeft geleerd dat de columns de eerste teksten zijn die de krantenlezer tot zich neemt. Ze zijn in veel gevallen juist door hun persoonlijke toetsaanslag gemakkelijker toegankelijk dan degelijke, droge artikelen die naar objectiviteit streven.
De interesse in de column van een bepaalde columnist kan ook leiden tot een speciale lezersverwachting, die een gevoelsband tot gevolg heeft. Zoals een dagblad een huisvriend wordt, kan de columnist een dierbare verwante worden. Uiteraard kan teleurstelling optreden en de relatie met de krant en de columnist op het spel zetten.
Vervaging van grenzen
Een ander aspect van het oprukken van de columnisten heeft betrekking op de krant als geheel en de stijl van de redactionele artikelen die zij aan zij staan met de columns. Omdat de column in veel gevallen zowel het voorblad als de achterkant van de krant siert, vindt er voor de lezer een ontmoeting, mogelijk zelfs een wisselwerking plaats tussen de column en de redactionele artikelen. In deze vervaging van de grenzen en de beïnvloeding over en weer van column en redactioneel artikel ligt het risico van afglijden van objectiviteit naar subjectiviteit. Het risico wordt concreet zichtbaar wanneer de columnist zijn of haar mening tot morele maatstaf verheft en daarbij een bepaalde objectiviteit claimt. Het risico wordt aan de andere kant ook zichtbaar wanneer de redactionele stijl en inhoud overstappen op lossere vormen van informatie, met kwinkslagen, woordspelingen en subjectieve oordelen.
Het belangrijkste wapen van de columnist bij de strijd om de aandacht van de lezer is de persoonlijke band met hem of haar. In de columnist heeft de krant een menselijk gezicht gekregen. Omwille van de band met de lezer siert het portret van de hoofdredacteur tegenwoordig menige krant in een hoofdredactionele rubriek.
Door de columnisten is de krant ook kwetsbaar. Uit de ingebeelde verwantschap met een columnist kan vijandschap voortkomen. Die negatieve emotie kan vervolgens op het beeld van de totale krant overslaan. Daarom is een duidelijke scheidslijn tussen persoonlijk gekleurde columns en naar objectiviteit strevende artikelen van de vaste redactie een levensvoorwaarde voor een onmisbaar medium in onze huidige samenleving. Een oplossing zou een uitbreiding van de opiniepagina met een pagina ”persoonlijk” kunnen zijn. Dan hoeft geen lezer in een grappige columnstemming te komen om vervolgens in de ontnuchtering van werkelijke journalistiek te belanden.
De auteur doceerde Duits en cultuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen.