Uitstel belastingen leidt niet tot afstel
Als gevolg van het coronavirus verkeren veel ondernemers in zwaar weer. Het ministerie van Financiën is de ondernemers tegemoet getreden door uitstel van belastingschulden te verlenen.
Het uitstel wordt met name benut voor belastingaanslagen voor de loonheffing, omzetbelasting, vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting.
Sinds 19 maart bestaat de mogelijkheid om 3 maanden uitstel te krijgen voor belastingaanslagen. Reeds 185.000 ondernemers hebben hier gebruik van gemaakt. Halverwege juni was voor een bedrag van meer dan 10 miljard euro uitstel verleend. Daarbij gaat het om 4 miljard euro loonheffing, 4 miljard euro omzetbelasting, 1,5 miljard euro vennootschapsbelasting en 700 miljoen inkomstenbelasting.
Het bedrag van 10 miljard euro zal verder oplopen aangezien de mogelijkheid tot verkrijgen van uitstel nog loopt tot 1 oktober.
Bijkomend voordeel voor veel ondernemers is het feit dat de invorderingsrente en belastingrente op de aanslagen eveneens tot 1 oktober zijn teruggeschroefd tot het technische percentage van 0,01 procent.
Ondernemers zijn geholpen met dit versoepelde uitstelbeleid. Een stabiele cashflow is onmisbaar voor de ondernemer. Maatregelen als het opschorten van rente en aflossing op leningen bij de bank zijn daarom zeer welkom bij de ondernemer.
Afbouw
In zijn brief aan de Tweede Kamer van 18 juni schrijft staatssecretaris van Financiën Vijlbrief echter dat het kabinet zich ook aan het beraden is over een verantwoorde afbouw van het verleende uitstel van betaling. De staatssecretaris spreekt over een proces dat daarvoor nog moet worden doorlopen.
In de brief noemt Vijlbrief drie criteria die richtinggevend zijn voor een verantwoorde afbouw. Als eerste is van belang dat de afbetalingsregeling zodanig wordt vormgegeven dat ondernemers hun openstaande schulden daadwerkelijk kunnen betalen binnen de gestelde termijn.
Het doel van het uitstel blijft namelijk om de ondernemers overeind te houden.
Ten tweede wordt de afbetalingsregeling aangepast aan de situatie van de ondernemer. Het maakt per branche namelijk nogal verschil hoe deze zijn getroffen door de gevolgen van de pandemie. Zo is de kapper inmiddels met de nodige aanpassingen weer aan het knippen. Echter voor de evenementenbranche en de sportscholen ligt dat heel anders. Het laatste criterium is de uitvoerbaarheid van de regeling voor de Belastingdienst.
Op basis van deze criteria zijn mogelijke benaderingen verkend. Uitkomst daarvan is dat er een betalingsregeling per sector zal komen. Individuele betalingsregelingen passen namelijk weer niet in het criterium van uitvoerbaarheid. „Op deze wijze kunnen ook ondernemers in de zwaarst getroffen sectoren een realistische betalingsregeling krijgen”, aldus Vijlbrief.
Het is de bedoeling dat Vijlbrief de Kamer deze zomer informeert over het plan van aanpak. Dit plan wordt gerealiseerd in samenspraak met de betrokken brancheverenigingen. Het moge duidelijk zijn: uitstel van belastingen zal niet leiden tot afstel.
De auteur is belastingadviseur bij Visser & Visser Belasting-adviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl