Onzekere man op zoek naar zijn identiteit
Onlangs verschenen twee publicaties waarin naar voren komt dat mannen zich in onze samenleving onzeker kunnen voelen over hun rol en positie. Die onzekerheid wordt veroorzaakt door het optreden van machomannen als Trump, Poetin, Baudet en Bolsonaro in de politiek en door de steeds verder gaande emancipatie van vrouwen.
De emancipatie van vrouwen betekent niet alleen dat er weinig plaatsen in onze samenleving zijn waar mannen nog onder elkaar zijn, maar ook dat bepaalde normen en waarden die als typisch vrouwelijk worden gezien steeds bepalender worden. Frank Koerselman, emeritus hoogleraar psychiatrie en psychotherapie, maakt zich in ”Ontvadering” zorgen over het verdwijnen uit opvoeding en maatschappij van bepaalde eigenschappen die als typisch mannelijk gezien kunnen worden, zoals autoriteit, het avontuurlijke en de durf om buiten het eigen gezin te kijken. De vaderfiguur confronteert een opgroeiend kind met de grenzen die buiten het gezin in de maatschappij gelden.
In de evolutionaire ontwikkeling van de mens zijn er volgens Koerselman altijd twee archetypen geweest: een vaderrol en een moederrol. Wanneer een van deze archetypen wegvalt, komt er volgens hem een terugval in de ontwikkeling. Die terugval is in zijn ogen niet alleen schadelijk voor het individu, maar het wegvallen van de vaderrol is ook negatief voor de samenleving, omdat een kind niet meer leert omgaan met autoriteit en met grenzen die in de samenleving gelden. Er zijn voor Koerselman twee oorzaken voor het wegvallen van die vaderrol: de secularisatie en emancipatie van vrouwen, die uitgelopen is op een genderdiscussie.
Verticale dimensie
Secularisatie is voor Koerselman een negatieve ontwikkeling in zoverre dat voor hem ervaringen met een vader altijd geprojecteerd zijn op een goddelijk wezen. Dat goddelijk wezen was op die manier een waarborg voor autoriteit. Omdat de verticale dimensie van de religie is weggevallen, is er geen rem op het individualisme in de samenleving. Doordat de vaderrol is weggevallen, verdwijnt ook het besef dat de mens onderdeel is van een langere traditie, waar je als individu ook een verantwoordelijkheid voor hebt. Deze observatie van Koerselman is op zich waardevol, maar wordt ook weer ontkracht door clichématige beelden uit de evolutionaire psychologie.
In het andere boek, ”Sfinx. Dertien essays over de man”, wordt de onzekerheid veel meer veroorzaakt door het optreden van Trump en Baudet. Het boek lijkt wel een obsessie te hebben voor zulke mannen. De schrijvers ervan proberen zich in allerlei bochten te wringen om te benadrukken dat zij andere mannen zijn. De dertien stukjes –essays is vaak een te groot woord– blijven vaak aan de oppervlakte steken, omdat meestal de eigen observaties uitgangspunt zijn. Waren het originele observaties, dan had het boek nog iets kunnen hebben. Het zijn echter vooral platte, clichématige observaties, die vaak niet verder komen dan de bewering dat in onze maatschappij de man (en op haar manier ook de vrouw) recht op seks heeft.
Ook hier worden populaire inzichten uit evolutionaire psychologie als een vaststaand gegeven geaccepteerd: de man is een jager en daarom jaagt hij ook op vrouwen met seks als enige doel. Omdat de evolutionaire psychologie onaantastbaar is, wordt er gesuggereerd dat het om eeuwenoude patronen van bijvoorbeeld onderdrukking van vrouwen gaat, die net in de laatste generatie doorbroken zijn. Deze bevrijding en emancipatie staan gelijk weer onder druk door de opmars van Trump, Baudet en andere machomannen. Het optreden van dat type mannen wordt in ”Sfinx” gezien als wraak op de emancipatie of een laatste poging de opmars van vrouwen tot stilstand te brengen. De net verworven gelijkheid van man en vrouw lijkt weer opgegeven te worden.
Deze dertien mannen hebben geen weerwoord. Ze blijken zelf geregeld ook minder geëmancipeerd dan ze hoopten: ze laten de opvoeding aan hun vriendinnen over, trekken zich ook snel terug, praten niet makkelijk over hun gevoelens.
Tijdens het lezen kwamen bij mij verschillende vragen op: Waar komt die obsessie voor mannen als Trump en Baudet vandaan? Waarom lijken deze mannen daar zo onzeker van te worden? Kun je aan het publieke optreden van zulke personen een soort verklaring over de staat van onze samenleving verbinden? Voor mij belangrijker: Waarom is die evolutionaire psychologie zo onaantastbaar? De ideaalbeelden die daardoor worden aangereikt zijn namelijk net zo verstikkend en clichématig als de beelden waartegen de auteurs zich verzetten.
Onzekerheid
En dan de onzekerheid die deze mannen laten zien over de rol en de positie van de man: wat heeft die onzekerheid de kerk en de theologie te zeggen? Zelf zou ik beginnen met het ter discussie stellen van het beeld dat de evolutionaire psychologie stelt van de man als jager. De Bijbel laat zien dat er verschillende typen mannen zijn: Abraham is anders dan zijn kleinzoon Jakob, David anders dan Saul, Johannes anders dan Petrus. Al merk je in de Bijbel, anders dan in veel preken gebeurt, dat dit verschil voor de boodschap van de Bijbel nauwelijks van invloed is. Het belangrijkste voor de Bijbel is niet wat voor soort man iemand is, maar dat zijn identiteit ligt in de relatie met de Heere.
Als kerk en theologie hebben we wel te maken met hoe een man naar zichzelf kijkt en hoe hij zichzelf ervaart als man. Die identiteit wordt gevormd door de eigen ervaring, door welke voorbeelden hij zag van mannen, door de normen die er in zijn omgeving golden en gelden voor hoe een man hoort te zijn. Naar mijn idee moeten we niet ver terug naar een oergeschiedenis, maar juist naar het recente verleden kijken: de opvoeding die er was en de ervaring en de ideaalbeelden die een eerdere ervaring doorgaf.
Die ervaringen en beelden zijn lang niet altijd gunstig geweest. Veel mannen hebben het voorbeeld van een vader gehad die zweeg over zijn eigen gevoelens en niet sprak over zijn band met de Heere en die zich nauwelijks met de opvoeding bemoeide. Veel mannen kunnen vertellen over ervaringen dat ze geen emoties mochten tonen, zelfs niet als iemand uit het gezin overleed. Een man hoorde sterk te zijn.
Met zulke ervaringen en ideaalbeelden kan het heel erg zoeken zijn wie je als man bent en hoe je als man hoort te zijn. Het fascinerende en tegelijkertijd wrange aan deze twee boeken is dat de zoektocht niet is voltooid, maar ook in een seculier geworden tijd nog steeds doorgaat. De boeken laten zien dat wie zijn identiteit in zichzelf zoekt, onzeker blijft over de eigen identiteit. Dan komen we toch op het spoor van de gereformeerde traditie: onze identiteit ligt buiten onszelf, namelijk in Christus.
Boekgegevens
Ontvadering, Frank Koerselman; uitg. Prometheus; 96 blz.; € 15,-;
Sfinx. Dertien essays over de man, Maartje Laterveer (red.); uitg. Atlas Contact; 176 blz.; € 19,99