Verliezen voor Europese beurzen
De Europese beurzen zijn donderdag met beperkte verliezen de dag uit gegaan. Beleggers lijken zich toch weer zorgen te maken om het herstel van de economie en de opleving van het coronavirus in onder meer delen van de Verenigde Staten. De omvang van het opkoopprogramma van de Bank of England viel tegen en ook het aantal Amerikanen dat zich tot de overheid wendde voor steun was hoger dan verwacht.
De AEX-index op Beursplein 5 sloot 0,7 procent lager op 562,61 punten. De MidKap leverde 0,6 procent in en stond op 754,91 punten. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs daalden tot 0,8 procent.
Staalbedrijf ArcelorMittal was de grootste daler bij de hoofdfondsen in Amsterdam met een min van bijna 6 procent. Ook financiële instellingen kregen een tik. Zo stonden banken ABN AMRO en ING tot 2 procent lager. Verfbedrijf AkzoNobel was de koploper in de AEX met een winst van 2 procent.
TKH stond in de MidKap bovenaan met een winst van 6,3 procent. Het bedrijf gaat snijden in de kosten vanwege de coronapandemie en neemt daarvoor een eenmalige last van 3 miljoen tot 5 miljoen euro. TKH kampt vooral bij zijn divisies voor de industrie en bouwoplossingen met teruglopende inkomsten. Lockdowns in Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten in april en mei hadden volgens de technologiegroep een forse impact. In China is de bedrijvigheid van de onderneming weer goeddeels op peil.
Altice Europe verloor 1,8 procent. De Franse mediatak van het kabel- en telecombedrijf gaat als gevolg van de coronacrisis honderden banen schrappen. Vakbonden maken melding van 380 arbeidsplaatsen die bij NextRadioTV verdwijnen.
In Frankfurt kelderde Wirecard 61,8 procent. De Duitse betalingsverwerker stelde de publicatie van de jaarcijfers over 2019 opnieuw uit. Wirecard ligt onder vuur sinds de Britse zakenkrant Financial Times in oktober vorig jaar meldde dat het bedrijf de omzet en winst op frauduleuze wijze heeft opgekrikt. Wirecard heeft altijd ontkend dat er sprake is van boekhoudfraude.
De euro was 1,1217 dollar waard, tegen 1,1215 dollar op een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 2,2 procent duurder op 38,79 dollar. Brentolie klom 1,9 procent in prijs tot 41,50 dollar per vat.