Brussel zet stap naar wetgeving valse concurrentie van buiten EU
De Europese Commissie overweegt Europese wetgeving in te voeren om concurrentievervalsing door bedrijven buiten de EU, bijvoorbeeld Chinese staatsbedrijven, tegen te gaan. In een zogenoemd Witboek stelt de commissie voor zich te richten op buitenlandse bedrijven die met steun van hun regering actief zijn in de EU. En daarnaast ook op (gedeeltelijke) overnames van een Europees bedrijf door buitenlandse, door de staat gesubsidieerde investeerders. Tot eind september gaat de commissie de lidstaten en andere betrokkenen over de kwestie raadplegen ter voorbereiding van wetsvoorstellen.
Vicevoorzitter Margrethe Vestager (Mededinging): „De Europese economie is open en nauw verbonden met de rest van de wereld. Om dat zo te houden moeten we waakzaam blijven. Daarom hebben we de juiste instrumenten nodig om ervoor te zorgen dat buitenlandse subsidies niet onze markt verstoren, net als we dat doen met nationale subsidies. Dit document lanceert een belangrijke discussie.”
Den Haag is groot voorstander van modernisering van de mededingingsregels om een gelijk speelveld te garanderen, ook voor Chinese of andere door de staat gesteunde ondernemingen van buiten de EU. In december werd daarom een serie voorstellen bij de commissie neergelegd, die Vestager met openlijke lof verwelkomde.
Buitenlandse investeringen kunnen de concurrentie op de interne markt verstoren, terwijl Europese bedrijven wel aan allerlei Europese concurrentieregels zijn gebonden. Nieuwe wetgeving vanaf oktober rond buitenlandse directe investeringen dekt alleen strategische sectoren, zoals havens of energievoorzieningen, die de veiligheid van een land betreffen. De commissie constateert een groeiend aantal gevallen waar buitenlandse steun „de acquisitie van EU-bedrijven mogelijk lijkt te hebben gemaakt”. Ook lijkt het erop dat staatsbedrijven van buiten de EU bij openbare aanbestedingen dankzij subsidies betere prijzen kunnen aanbieden.
Staatssecretaris Mona Keijzer is blij met de stap van de commissie, maar ziet ruimte voor verbetering, „bijvoorbeeld door ook uitgebreider en strenger toezicht te gaan houden op bedrijven die een ongereguleerde, dominante machtspositie op hun thuismarkt hebben en daardoor mogelijk voordeel genieten ten opzichte van Europese ondernemers.”
Nederland wil dat de commissie bij vermoedens van „marktverstorend gedrag” de boeken van een bedrijf kan inzien en het desgewenst kan opdragen de Europese activiteiten te beperken of verbieden. De commissie denkt aan het instellen van een meldingsplicht voor staatsbedrijven van een niet-EU-land bij investeringen in een Europees bedrijf.