Buitenlandse kerken kómen dicht bij mensen
Christenen moeten de kerk uit en wandelen met hun medemens, betoogt Harry van Wieren van ontwikkelingsorganisatie Tear (RD 16-5). Precies dat doen buitenlandse partnerkerken van de GZB wereldwijd.
De coronavirusuitbraak stortte West-Europa in een ongekende crisis. Maar voor ontwikkelingslanden buiten Europa betekende deze een nieuwe ramp boven op alle andere. De lockdown verergerde de toch al armoedige omstandigheden in de sloppenwijken van Bogotá, de hoofdstad van Colombia. In Nepal verloren dagloners hun werk. Binnen drie dagen zouden ze zonder voedsel zitten.
Voedselpakketten
De partnerkerken van de GZB kwamen onmiddellijk in actie. Ds. German Suarez, predikant van de Eerste Presbyteriaanse Kerk in Bogotá, voorzag al in twee sloppenwijken van de hoofdstad in totaal 140 kinderen dagelijks van eten. „Maar de gezinnen áchter die kinderen komen ook in nood. Die hebben nu helemaal niets”, constateerde hij.
Dus trekt hij nu dagelijks de arme centrumwijk en de eveneens arme wijk Los Alpes in om de leefverbanden daar te voorzien van voedselpakketten. Ondanks dat drugsbendes in Los Alpes proberen hem dat te verhinderen, maar met toestemming van de overheid.
Diaconale opstelling
Ook de Pokhara Christian Community (PCC) in de tweede stad in Nepal stak meteen de handen uit de mouwen. Deze gemeenschap bestaat uit ruim veertig christelijke gemeenten met sterke banden in hun wijk. Nepal wordt regelmatig getroffen door aardbevingen of overstromingen. Telkens staan de christenen klaar om hun medemens te helpen.
Juist vanwege die diaconale opstelling en hun ervaring kregen zij nu snel toestemming van de overheid om voedsel uit te delen. Gekleed met gele hesjes van de PCC en gewapend met hun kennis van de wijken, voorzien gemeenteleden getroffen families van pakketten met rijst, linzen en olie. Ondertussen vragen zij de wijkbewoners of zij nog anderen weten die goed hulp kunnen gebruiken.
Bemoediging
Soms komen ze schrijnende situaties tegen. Raju Adhikari, leider van de diaconale tak van de PCC, De Goede Naaste: „Er zijn veel meer gehandicapte mensen dan we eerder dachten. Die hebben een moeizaam leven. Zo vonden we een gehandicapte jongen die al een jaar in een kooi is opgesloten omdat hij gevaarlijk is voor anderen. Zijn moeder zorgt voor hem, maar is tegelijk dagloner. Ze zit nu zonder inkomen en eten. Het team kon haar een voedselpakket geven én een beetje bemoedigen.”
Gegeven de omstandigheden delen de christenen in Colombia en Nepal niet alleen voedsel maar ook het Woord. Ds. Suarez houdt de kinderen in zijn voedselprojecten en hun gezinnen altijd het Evangelie voor. In het hindoeïstische Nepal is openlijk evangeliseren niet toegestaan, maar pakken de christenen toch hun kansen om het Goede Nieuws door te geven.
Onze medechristenen in Bogotá en Pokhara zijn zo maar twee voorbeelden van een wereldwijde beweging. De zestig presbyteriaanse gemeenten in Colombia geven elk voedsel en hulp, ook in de grensstreek, waar veel Venezolaanse vluchtelingen bivakkeren. Mozambikaanse predikanten die vanwege de coronacrisis geen Bijbelles meer kunnen geven, pakken nu voedselpakketten in. In Rwanda geven arme gemeenteleden uit eigen voorraad voedsel aan nog armeren. Christenen in Albanië, Bulgarije en de Tsjechische hoofdstad Praag delen voedsel én hun leven met mensen in nood.
Navolging
De GZB krijgt de laatste tijd veel meer steunaanvragen van zelf armlastige kerken. Daarom start de zendingsorganisatie de actie ”Honger door Corona, de kerk deelt uit”. Daarmee wil de GZB deze proactieve medechristenen steunen in het geven van noodhulp.
Omzien naar de naasten dient voor christenen een automatisch antwoord te zijn op nood. Zij hebben, als het goed is, geleerd lijden onder ogen te zien én brengen verlichting aan „degenen die buiten zijn” (Kolossensen 4:5). In navolging van hun Meester.
De auteurs zijn respectievelijk programmaleiders en relatiebeheerder bij zendingsorganisatie GZB.