Opinie

Weerwoord: Quarantaine in Israël

Wij horen nu vaak het woord ”quarantaine”. Ook in de Bijbel komt het voor dat mensen afgezonderd moesten leven. Wie betreft dat?

Prof. dr. M. J. Paul
12 June 2020 11:29Gewijzigd op 16 November 2020 19:32
In Tel Eton (Juda) is een grote woning opgegraven met daarin een kamer zonder voorwerpen. Die was wellicht bedoeld voor hen die tijdelijk onrein waren. Foto: Tel Eton. beeld Ferrel Jenkins
In Tel Eton (Juda) is een grote woning opgegraven met daarin een kamer zonder voorwerpen. Die was wellicht bedoeld voor hen die tijdelijk onrein waren. Foto: Tel Eton. beeld Ferrel Jenkins

De wetgeving in Leviticus 12-15 gaat over ernstige onreinheid van mensen, waardoor afzondering nodig is. De eerste situatie betreft een vrouw die een kind baart. Daarna gaat het over ernstige huid- en schimmelziekten, waarvoor de vertaling ”melaatsheid” niet helemaal juist is. De derde situatie betreft vloeiingen bij mannen en vrouwen. Numeri 19 noemt het aanraken van een lijk.

Niet alle vormen van onreinheid zijn even erg, maar bij grote verontreinigingen is het nodig een week afgezonderd te leven.

Een voorbeeld hiervan is Mirjam. Nadat zij de positie van haar broer Mozes betwist heeft, krijgt zij als straf een ernstige huidziekte. Na de voorbede van Mozes wordt zij weer genezen, maar de Heere zegt ook: „Laat haar zeven dagen buiten het kamp gesloten worden, en daarna weer opgenomen worden” (Numeri 12:14).

Deze maatregelen hebben te maken met de reinheid van de legerplaats van de Israëlieten (Numeri 5:1-4). De genoemde onreinheden zijn niet zondig, maar ze symboliseren iets wat tegen Gods bedoelingen ingaat. Het verlies van bloed en de aanraking van een lijk hebben met de dood te maken, terwijl de Heere de God van het leven is. Een ernstige huidziekte heeft een vernietigend karakter, dat niet in te dammen is. De voorschriften hebben dus vooral godsdienstige redenen. We zien echter ook dat een deel van deze bepalingen belangrijke hygiënische maatregelen zijn. Zieke mensen kunnen immers gezonde mensen besmetten. Iemand met een ernstige huidziekte moest zijn baard en snor bedekken (denk aan mondkapjes!) en bovendien roepen: „Onrein, onrein!” (Leviticus 13:45). Dan konden anderen afstand houden.

In Elisa’s tijd woonden vier ”melaatsen” buiten Samaria, dicht bij de stadspoort (2 Koningen 7). Zij gingen op onderzoek uit naar het vijandelijke leger en riepen na hun terugkeer naar de poortwachter. Ze mochten blijkbaar niet in de stad wonen, maar trokken wel met elkaar op. Er was dus geen isolatie van andere zieken.

Koning Azaria (Uzzia) wilde reukwerk offeren in de tempel, maar werd als straf ”melaats”. Daarom woonde hij in een apart staand huis, terwijl zijn zoon Jotham de regeringstaken overnam (2 Kronieken 26). Of dit huis nu in of buiten Jeruzalem stond, in ieder geval moest hij afgezonderd leven.

Hoe zat het met de gewone Israëlieten die tijdelijk geïsoleerd moesten wonen? In Tel Eton (Juda) is een groot huis opgegraven. In de plotseling verwoeste woning zijn honderden voorwerpen bewaard gebleven. Dit levert een goed beeld op van de manier van leven in Israëlitische huizen. Terwijl in de meeste kamers veel voorwerpen lagen, was één kamer helemaal leeg. Deze kamer kon vanuit de binnenplaats bereikt worden, zonder door andere kamers heen te gaan. De archeoloog Avraham Faust doet de aannemelijke suggestie dat deze lege kamer bedoeld was voor hen die tijdelijk onrein waren. In dit verband moeten we beseffen dat vaatwerk dat door een onrein persoon aangeraakt wordt ook onrein wordt. Houten en stenen voorwerpen konden gereinigd worden, maar voorwerpen van aardewerk moesten vernietigd worden (Leviticus 11:33; 15:12). Begrijpelijk dus dat de kamer geen gebruiksvoorwerpen bevatte. Net buiten de deur ervan is een kalkstenen bak ontdekt die vermoedelijk water bevatte en diende om de onreine te reinigen.

Hoewel ook mannen tijdelijk onrein konden zijn, staat in Klaagliederen de vergelijking van Jeruzalem met een afgezonderde vrouw (1:8, 9, 17). Bathseba reinigde zichzelf in haar huis, waarschijnlijk op de open binnenplaats (2 Samuël 11:2-5).

Deze voorbeelden maken duidelijk dat quarantaine ook in Israël al voorkwam. Deze afzondering was godsdienstig bepaald, maar ook daarin komt naar voren welke wijze wetten God aan Israël gaf.

De auteur doceert Oude Testament aan de ETF in Leuven en de CHE in Ede en is eindredacteur Studiebijbel Oude Testament. In Weerwoord worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof. >>rd.nl/weerwoord

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer